Jemoethetnietalleendragen - Hanne's psychokoppie

Jemoethetnietalleendragen - Hanne's psychokoppie :)

Synchrone Sint-moraal.Ik hou van die toevalligheden. Carl Gustav Jung (psychoanalist en psychiater) heeft daar toenderti...
25/11/2025

Synchrone Sint-moraal.

Ik hou van die toevalligheden. Carl Gustav Jung (psychoanalist en psychiater) heeft daar toendertijd een naam voor bedacht: synchroniciteit. Ik hou van synchroniciteit.

Enkele weken geleden ging het er nog over op de radio, onder andere over de wet van Murphy. En ook over dat je bijvoorbeeld plots aan iemand kan denken die je lang niet meer hebt gezien, en diezelfde dag kom je die tegen in de supermarkt. Het was een wiskundige die bij de radiomaker zat, en die beweerde dat dat allemaal met kansberekening te kaderen valt. Dat het allemaal pure pech of puur geluk of puur toeval is. Ik ben ermee akkoord dat dat vanuit een wiskundige waarheid zeker zo zal zijn. Stiekem echter (allee, niet zo stiekem voor wie me wat beter kent) ben ik ook akkoord met daarnaast lopende waarheden, zoals met die van de Jungiaanse synchroniciteit. En zo bedoelde Carl Gustav het ook: er is de wet van causaliteit, van oorzaak-gevolg (zeer wiskundig correct), maar het is helemaal prima om daarnaast ook nog open te staan voor de optie dat niet alles causaal met mekaar verbonden moet zijn, maar dat het toch op een – voor de persoon die het beleeft – zinvolle manier samen kan gebeuren.

Awel, ‘toevallig’ een paar dagen na deze radiobijdrage was het nog eens opvallend van dat. (En vaak pas als ik het in een klein verhaaltje giet komt het schone van de gebeurtenis nog wat meer op de oppervlakte drijven voor mezelf, als een laagje glinsterend vet op water. Dus daarom doe ik dat nu ook maar.)

Het is op een dinsdag, ergens begin oktober. Zelfs nog voor de halloweengekte begonnen is, komt het gesprek tijdens het ontbijt op Sinterklaas. Door één van de kinderen, uiteraard. En over wanneer het cadeauboekje nu komt met de post. En over hoe die pakjes nu eigenlijk thuis binnen komen. Laten we de deur echt de hele nacht open staan? Komen ze nu echt soms door de schoorsteen?
For the record: al van zodra onze kinderen vragen stellen over Sinterklaas, sinds een jaar of twee, vertellen we dat de echte Sint lang geleden leefde en dat die intussen dood en begraven is (we rammen de harde realiteit er gewoon in, jawel). En dat we nu gewoon nog het feest van de Sint vieren. Met verklede Sinten en Pieten. Het besef echter dat die neppers niét de pakjes aan huis brengen, maar dat mama en papa dat dus doen, dat komt pas deze welbewuste dinsdagochtend binnen. (Gelukkig zonder al te grote teleurstelling of tranen, in tegenstelling tot mezelf 29 jaar geleden.)

De dag gaat verder, ieder doet z’n overdagding, en we zitten na school weer samen aan tafel. Koekjestijd. Plots telefoon van een buurvrouw: er is iemand tegen jullie auto gereden en ze zoekt jullie om gegevens uit te wisselen. We gaan kijken en er staat iemand bij onze auto, vol schuldgevoel en overstuur. Een hele uitleg hoe het komt dat ze tegen onze auto is gereden. Er zit een blutsje in de carrosserie en wat schrammen, en we bedanken haar omdat ze zo eerlijk is. We spreken af om het onderling te regelen en wisselen telefoonnummers uit. Terug thuis denken we samen: ach wat, een blutsje meer of minder, wat maakt het uit. Daarvoor dient die carrosserie, toch? En we sturen haar een berichtje dat we niet naar de garage zullen gaan en ze het dus ook niet hoeft te betalen.

De avond valt, we gaan nog even de vuilnis buitenzetten… Dat moet namelijk op dinsdagavond in de gemeente Oppuurs. Aan de voordeur struikelen we bijna over een doos, die iemand daar heeft neergezet. Het blijkt van onze auto-aanrijder. En jaja, wat zit er in die doos? Goed geraden… cadeautjes! Bloemen, pralines, parfum, en ook twee pakjes voor de kinderen.
We zetten de doos binnen. De kinderen slapen al. De volgende ochtend worden ze wakker en vinden de doos vol cadeautjes. Helemaal verrast en verbaasd. En wij zeggen lachend: maar kijk nou eens, de Sint is al geweest! En om helemaal de melige appel uit te hangen, kan ik het niet laten om er een moraaltje aan toe te voegen. Ja hoor kinderen, de Sint bestaat dan blijkbaar tóch echt... in mensen die lief zijn voor mekaar.

Als dat niet schoon synchroon is, dan weet m’n parelend vetlaagje op water het ook niet meer, hoor.

Klavertje-hier.Op de laatste dag van augustus vond ik mijn allereerste klavertje vier.‘t Was een zéér luie zondag. Zo lu...
10/09/2025

Klavertje-hier.

Op de laatste dag van augustus vond ik mijn allereerste klavertje vier.
‘t Was een zéér luie zondag. Zo lui dat het vervelend werd – voor ons volwassenen althans. Want dan laten we de kinderen los. En van de verveling worden zij creatief. Op hun kamer. Naar zolder. Spullen van hier naar daar, en terug. Gegiechel, geroep, gebonk.
Toen wij volwassenen het welletjes vonden en toch maar even kwamen piepen, zaten zij kinderen in bloot bovenlijf met een ‘kampvuurtje’ op de kamer (i.e. alle lampen en lichtjes die ze maar konden verzamelen bij mekaar gezet). Met twee schril iepende blokfluiten en een gekke dans twee megagroot opgeblazen ballonnen aan het bezweren, die door een neergelegde windblazer in de lucht circuleerden.

Erg grappig. Achter het hoekje lachen we en zijn we vertederd. Ware het niet dat de kinderen dan ook bezweerd lijken en de betovering van het inleefspel niet met zachte hand kan worden doorbroken. Pas na veel verzet, gedreig en geruzie. Pedagogisch niet verantwoord, zegt één volwassen stemmetje. Genoeg is genoeg en ze moeten g*dverdomme niet altijd hun zin hebben, zegt een ander klinkend volwassen stemmetje. En ja, dan is het niet meer leuk.

Maar dan dus gingen we wandelen. Eventjes naar de “beekvallei” van de Vliet, op zoek naar kikkertjes. Die vonden we niet. Wel wat sprinkhanen en vlinders en een buizerd. En netels. En toen we op onze passen terugkeerden, zag ik op het met klavertjes bezaaide pad plots.. mijn eerste klavertje vier. Een echt “allee jong, ‘t is toch niet waar, ik dacht dat ik dat nooit ging vinden en nu ineens is het er”-momentje. Zo’n gelukje dat als een soort energie naar je hoofd stijgt en er dan uitbarst. Meteen daarna schuldgevoel, want oei, ik vind ‘het geluk’ en de andere 3 mensen hier niet. Maar toen werd het beter. De jongste begon aandachtig de andere klavers te bekijken en vond er plots nog één. En toen het andere kind, die vond er ook één. En toen manlief, volwassene nummer twee, die vond óók zijn klavertje vier. En toen vonden we er nog, en nog. In totaal 10 klavertjes vier, mensen.
Nog straffer, het oudste kind vond zelfs een klavertje zes. Wie kan dat zeggen, mensen.

We plukten ze, uiteraard, en ik nam de klavertjes vier in mijn hand. De gelukzak met zijn klavertje zes hield dat klavertje in zijn hand. Goed vasthouden hé. Jaja.
Halverwege de weg naar huis kijkt hij nog eens naar die hand die dat klavertje zes goed ging vasthouden. Oeps… weg.
Allee, zeggen wij volwassenen teleurgesteld, hoe kan dat nu? En, wanneer heb je het nog in je hand gezien? En maar kijken en zoeken op de grond. Maar tussen al dat grasgroen natuurlijk geen kans om het terug te vinden.

Het klavertje-zes-kind zegt gewoon: maar dat is toch niet zo erg dat het weg is.
Onze hebberige bezitsdrang wringt nog een beetje tegen, maar door dat ene zinnetje kunnen wij beginnen loslaten. Nee schat, inderdaad, dat is eigenlijk helemaal niet erg.
En thuis steek ik de 10 klavertjes vier nog tussen een boek. Voor hier. Om te drogen. Om te hebben. Om aan iemand te kunnen geven die het misschien nodig heeft. Twee dagen later doen we de boek open en zien we dat ze echt lelijk gedroogd zijn. Verwrongen. Scheef.
En dan denken we weer aan dat zinnetje van ons klavertje-zes-kind. Wat maakt het ook uit. De moment was vol geluk. Dat hebben we gehad en het is niet erg dat dat ook weer voorbij is.
En dan moeten we g*dverdomme weer toegeven dat die kinderen af en toe echt wel wijzer zijn dan wij, die twee volwassenen.

Ik ben echt een vreselijk avondmens. Vreselijk, omdat dat wil zeggen dat ik echt een ochtendhumeurmens ben. Voor we kind...
08/07/2024

Ik ben echt een vreselijk avondmens.

Vreselijk, omdat dat wil zeggen dat ik echt een ochtendhumeurmens ben. Voor we kinderen hadden viel me dat zo niet op. Toen deed ik regelmatig ‘de vroege shift’ op mijn toenmalig werk, maar met de nodige cafeïne en stressgerelateerde adrenaline beet ik me doorheen de dag (om dan om 15u30 een middaguiltje te knappen, uiteraard). En de andere dagen compenseerden dan – ook uiteraard – ruimschoots voor die vroege-vogel-dagen. Ook nu kan ik onder de druk van de schoolbel en mijn eigen afspraken mijn ochtendhumeur redelijk goed weg stressen. Maar op dagen dat er geen kloktijd of geplande activiteit is die me de nodige dosis hormonen kan bezorgen om andere gevoelens te onderdrukken, voel ik het zó hard. Een vreselijk verveeld, vermoeid, geïrriteerd gevoel, dat vaak pas tegen de late namiddag een beetje optrekt en er in ruil eindelijk een eerste shotje energie geïnjecteerd wordt.

Het moest niet zo erg zijn of niet zo’n vaart lopen moesten we gezegend zijn met avondmens-kinderen die al vanop jonge leeftijd slapen tot een uur of acht, negen misschien. Maar uiteraard krijg je dan zo’n ochtendmens-kind. Steeds vroeg op, rond de zessen, vol energie. Het later in bed stoppen heeft compleet geen zin, zelfs integendeel. Geloof me, je krijgt dat verdomde ochtendritme er met geen enkel trucje uit gestampt! Het kind dat ons meetrekt en forceert in zijn ochtendritme, het kind dat al vanaf een ontiegelijk vroeg uur een breed scala aan geluiden uit zijn keel kan trekken, het kind dat uit een onnoemelijke intensiteit kan putten in al zijn bewegingen en emoties,… Met alle gevolgen vandien, ha, want de vreselijke avondmens-moeder-die-door-hem-geen-avondmens-kan-zijn die híj dan weer moet verdragen is echt niet de aangenaamste in het gamma.

Dat gezegd zijnde, het is wel interessant om eens na te gaan op welk ritme jij meebeweegt in de dag, welke tijdsenergie (mocht dat een woord zijn) jij hebt. Tijdens mijn therapieopleiding kregen we twee dagen les van een gastdocente die psychiater is. Volgens mij een ochtendmens, want ze had vanaf minuut één erg veel energie en ging bijzonder snel, maar haar lessen waren ook bijzonder interessant. Ze had het onder andere over ochtend- en avondmensen. Er is effectief een andere werking in je brein, een andere cocktail aan neurotransmitters en hormonen die van kracht zijn. En wat blijkt volgens haar: ben je een avondmens, heb je een grotere aanleg voor depressie. Ben je een ochtendmens, heb je een grotere aanleg voor manie. Dan heb je ook nog de schommelaars. Over middagmensen heeft ze niet gesproken – die zijn te normaal, I guess.

In mijn therapeutenrol ben ik vaak nogal afwijzend naar de psycholoog in mij (ja hoor, een psycholoog en een therapeut zijn voor mij twee compleet andere rollen). Dan verlies ik het lichamelijk, (micro)biologische, chemische aspect van iemands geestelijke toestand uit het oog. Dan ben ik vooral bezig met gedachten, gevoelens, patronen. Maar gelukkig heb ik zelf een lijf. Met het lijfelijk voelen wat het met me doet om geen avondmens te kunnen zijn, zoals mijn ware aard eigenlijk is, komt dat aspect (zo vooral op zondag) recht in mijn gezicht gesmeten. En ondanks mijn avondlijke depressieve aanleg probeer ik daar bij deze dan verdomme het positieve van in te zien!

Danku, ochtendkind.

Over gevoelig beton en een molen.“Ik huil bijna elke dag. ‘t Is net zoals een betonmolen. Die moet ook blijven draaien, ...
11/06/2024

Over gevoelig beton en een molen.

“Ik huil bijna elke dag. ‘t Is net zoals een betonmolen. Die moet ook blijven draaien, anders wordt het onderste laagje hard.” Het zijn niet mijn woorden, ik heb ze even gestolen van Alejandro uit de prachtige serie Totally Completely Fine. Die laatste aflevering maakte trouwens míjn verhard betonneke weer los, if you know what I mean. Een papieren zakdoek of zeven compleet doorweekt. Niet romcom-stijl, dan is het een zakdoek of twee. Bij deze serie – zorgvuldig, menselijk, pijnlijk en humoristisch opgebouwd – kwam het van dieper. En na die volle zeven zakdoeken voelde ik me los en zacht en liefdevol.

Het is een gekzalig gevoel, zo’n catharsis. Er bouwt emotionele spanning op, je herkent je bewust of onderbewust – eerder archetypisch misschien – in bepaald menselijke thema’s die aangeraakt en nadien (hopelijk ook) opgelost en ontladen worden. En je ontlaadt gewoon helemaal mee. En je voelt je heel even compleet begrepen. En één met de mens. En doe het universum er ineens ook maar bij.

Ik zou me altijd zo willen voelen, maar zonder dat ik ‘t in de g*ten heb verdwijnt dat gevoel steeds weer. Word ik weer een beetje hard. Letterlijk opgespannen. Me werend tegen ‘t leven. Me bewijzend naar de buitenwereld toe. Overtuigd dat ik hier in dit leven iets zinvols en zichtbaars moet bereiken. Verkrampt door alle sociale regels, door al wat hoort. Regelmatig ook eerder gelaten of zelfs helemaal afgesloten. Want als ik het gevoel heb dat al het vorige niet lukt, is dat wat dan rest ter bescherming. …allesbehalve los en zacht dus. En als dat zo wat doorgaat wordt mijn nek stijf en even later zitten ook die schouderspieren weer vast.

En dan duwt er iets of iemand mijn betonmolenke gelukkig weer in gang, giet er wat water bij en mogen mijn spieren weer wat ontspannen. Den John en Vivian van eerstgenoemde serie bijvoorbeeld, of Bompa Bockie met zijn ontroerende gesprekken. Een nieuwsbericht waarvan je denkt “amai, hoe moet het zijn om dát mee te maken”. Of gewoon de bomen en de vogels (onlangs nog in Saint-Hubert). Of het verhaal van een cliënt, een kwetsbaar gesprek, een toonaard of tekst die net de juiste snaar raakt,… O ja, en kinderen doen het ook altijd goed. ;-)

En ik besef dat ik een gelukzak ben dat dat kan. Dat ik mag hard-zacht-hard worden. Dat ik me wat ongelukkiger of meer afgevlakt mag voelen, en daarna weer gelukkiger en intenser. ‘t Is niet altijd hard, niet altijd zacht. En als dat is, is ‘t wel oké, zeker. Laat dat molenke maar draaien (en vergeet de flosh niet te trekken)!

De weggooi-doos.Ik heb nog een kamer bij mijn ouders thuis. ‘t Is de laatste kamer der uitgevlogen kinderen die nog geen...
26/03/2024

De weggooi-doos.

Ik heb nog een kamer bij mijn ouders thuis. ‘t Is de laatste kamer der uitgevlogen kinderen die nog geen make-over heeft gekregen, en daar is een goede reden voor. Ze is namelijk nogal volgestouwd met prullaria allerhande. Een collecte van mijn eerste 23 jaar in dit leven. Als een stilleven achtergelaten toen ik de deur daar achter me dicht trok.
Een dikke 11 jaar later komt nu toch (nog eens) de aandringende, zeer terechte vraag van mijn ouders om met de grove borstel door die kamer te gaan. Er staat een kleine meeneem-doos klaar, en een grote weggooi-doos.

Ik krijg van anderen al eens de indruk dat ik me wat moet schamen over dat bijhoudgedrag van me (en nee, het is geen verzamelwoede, want ik verzamel niet, ik gooi gewoon niet makkelijk weg :)), en dat doe ik dan ook wel een beetje. Drankjetonnekes, lolly’s, verjaardagskaartjes, tram-, bus- en toegangtickets, lidkaarten, flyers, macramébandjes, kampbrieven, tijdschriften, lesnotities, potjes met nog meer prullen onder het deksel verstopt, doopsuiker,… zijn een kleine greep uit het gamma. Mijn meer vergevingsgezinde kant echter ziet het als een uiting van een soort nostalgische en romantische aard die toen elke gebeurtenis, elk inzicht, cadeautje of briefje enorm belangrijk vond, en die in die dingen nog geen hoofd- en bijzaken kon onderscheiden. (En daarin ben ik vermoedelijk geen grove uitzondering binnen het menselijke ras, zegt die kant ook.)

Vorige week heb ik enkele uren de schuiven onder handen genomen (mijn god, waarom maken ze zoveel schuiven in die bureaus en kasten?!). Het trof me hoe ik als een halve buitenstaander naar mijn eigen jongere leven keek. Veel dingen kwamen wel weer in mijn herinnering als de stoffige memorabilia door mijn handen gingen, maar ook enorm veel dingen niet. Steden of musea waar ik blijkbaar geweest ben, brieven waar gebeurtenissen in beschreven staan die ik me niet meer kan herinneren. Het moet gezegd, ik ben wel een vergeetkous (zelfs mijn kinderen van 4 en 5,5 geven me al die bijnaam). En misschien wist ik dat vroeger ook al, was ik bang om die fijne momenten te vergeten en voelde daarom de noodzaak om er een fysiek object van bij te houden. Het zou kunnen.

Alleszins ben ik mezelf er nu wel dankbaar om, ook al bezorgt het me veel werk. Ik kan nog eens door mijn jongere leven snuisteren. Lachen om en met mezelf, met mijn dromerig gedoe dat ik blijkbaar graag met veel zwier en een vleugje dramatiek tekende of opschreef. Glimlachen om woorden van anderen die al zo raak konden treffen, en dan merken dat die woorden nog steeds juist zijn en dat jonge meisje dus nog steeds in me zit. Het voelt dan nog eens extra duidelijk hoe een volwassener schilletje zich rond mijn jongere versie heeft gevormd, maar hoe die versie nog altijd de kern vormt. En dat is confronterend en ook fijn tegelijk. Ik ben dus eigenlijk altijd mezelf geweest, ook al voelde dat soms zo niet. En blijkbaar kon het met mezelf dus wel relatief goed komen, ook al was ik daar vroeger niet zo van overtuigd.

Het trof me daarnaast ook hoe onbelangrijk al die gebeurtenissen dan eigenlijk wel niet zijn. Als ik ze zelf al niet meer weet, wat maakt het dan uit? Alles komt en gaat weer voorbij, “panta rei” (alles stroomt). En het is dus niet altijd belangrijk wát je allemaal doet. Het gaat om wie je bent en wat je in navolging daarvan doet. En ik besef dat al die kleine keitjes in het water wel fijn zijn om op terug te kijken (en sommige fijn genoeg zijn om bij te houden), maar ze de stroom niet hebben beïnvloed. De grote keien steken boven water, die momenten zitten in mijn hoofd en hart en ook ergens in of op een kast, en de rest mag ik rustig vergeten.
De weggooi-doos zit intussen al aardig vol.

Aa-romcom-com.Ja ja ja, ik beken. Ik ben op oudejaarsavond niet naar één of ander fancy feestje geweest, maar heb naar ‘...
21/03/2023

Aa-romcom-com.

Ja ja ja, ik beken. Ik ben op oudejaarsavond niet naar één of ander fancy feestje geweest, maar heb naar ‘Love Actually’ gekeken op teevee. En ja, ik geef het toe. Ik doe dat soms nog, zo van die lichtgebakken, opgeklopte, suikerstroperige (soms trouwens ook – met het juiste muziekje eronder – verrassend ontroerende) films of programma’s bekijken.

Ik vertelde het de dag nadien op het nieuwjaarsfeestje bij de familie Snackaert, in 't gedacht dat het best grappig was om te vertellen, maar kreeg van één van mijn broers een lichtjes verontwaardigde reactie. “Allee, echt? Ik dacht nu niet dat jij zo’n soort vrouw was..”

Bij het doorslikken van de oordelende toon, ging ik er ook maar even op kauwen. Waarom doe ik dat eigenlijk, naar zo’n dingen kijken? ‘t Is immers niet (meer ;)) dat ik me op het wezen van Hugh Grant lig te verlekkeren. ‘t Is ook niet (meer ;)) dat ik droom dat zo’n verhaal mij zal overkomen.

Intussen denk ik het te weten. ‘t Is gek dat er al je hele leven dingen in je lijf gebeuren, maar door er geen aandacht aan te schenken ben je je er gewoon niet bewust van. Sinds het mijn beroep geworden is om aan anderen te vragen ‘en waar voel je dat in je lijf?’, stel ik die vraag ook aan mezelf. Met stilletjesaan veel meer bewust voelen als resultaat.

En laat dat net zijn wat films en andere beelden nog eens extra met mij doen. Net als vermoedelijk zo’n kleine helft van de bevolking kijk ik niet gewoon naar een film. Ik belééf die film. Waarschijnlijk heb ik dat altijd al gedaan. Ik herinner me dat ik in de cinema, pakweg 20 jaar geleden, tijdens een spannende scène luidop roepend instructies aan Spiderman aan het geven was (met een pak beschaamde blikken van mijn compagnons tot gevolg). Als ik naar de koers of de voetbal of zelfs naar een dartswedstrijd kijk, dan ga ik kapot van de zenuwen. (Ook al kan het me eigenlijk niet schelen hoeveel pijlen den Dimi erin of ernaast gooit, het gebeurt gewoon.) Als ik naar een drama of oorlogsfilm kijk, kan ik me helemaal verloren, verward of diep triest voelen. Ik wil de tranen echt niet tellen die ik al gelaten heb tijdens een film of een boek.

Ook als cliënten of mijn lief of mijn kinderen me hun verhaal vertellen, wordt mijn hoofd een kleine cinema en zie ik het allemaal gebeuren, en doen mijn spiegelneuronen en bijhorend zenuwstelsel hun werk. En da’s best hard werken.

Dus... lieve broer, lieve medemens, soms pak ik gewoon even mentaal en fysiek congé. Dankzij Hugh Grant en co check ik uit bij mezelf, bij jullie, bij de sh*tty mess die er soms gaande is op deze planeet, en ik check in bij luchtig-zeemzoet-allyouneedislove-land. Laat mijn zenuwstelsel daar maar even zwemmen. Doedoeg!

Fijne kerst en veel goud gewenst.Onlangs, het was nog in de herfst, was ik op een ochtend met de fiets onderweg. Ik reed...
25/12/2022

Fijne kerst en veel goud gewenst.

Onlangs, het was nog in de herfst, was ik op een ochtend met de fiets onderweg. Ik reed door een dreef waar de blaadjes zich nog net wisten vast te klampen aan de bomen. Ergens halverwege de dreef wist de zon zich een minuutje ofzo door de wolken te wringen. De lage ochtendzon veranderde de gele blaadjes in goud. Magisch.

Net toen ik die moment probeerde te 'vangen' met een foto, dreven de wolken weer dichter naar mekaar toe. Typisch, dacht ik nog met een glimlach. (Het afzwaksel van die gouden moment zie je hier op de foto.) Het herinnerde me eraan dat er zoveel in dit leven is dat je niet kan 'vangen'. Liefde. Verlangen. Connectie. Een diep intens donker-licht-gemengd gevoel. Een weten zonder te weten wat. Ook in therapie gebeurt er soms iets, iets dat je kan voelen. En als je dat dan probeert te vangen, in een woord of een zin, zwakt het af, maak je't ergens kapot.

't Is moeilijk, maar mijn fietstochtje herinnerde me eraan hoe mooi het is om bij zo'n gouden momentjes gewoon te zwijgen. Simpelweg ervaren, zonder het te willen vastpakken of vereeuwigen in een woord of beeld. Misschien wel eens dieper in- en uitademen, want wat van belang is mag diep doordringen.

Ik wens jullie veel gouden momentjes toe in 2023. En ook dat als ze naar je toekomen, je die dan gewoon, zonder drang om vast te houden wat toch weer verdwijnt, ten volle mag ervaren.

't Gonzend bijtje.Alhier een nieuw schrijfseltje van een AFGESTUDEERDE IV-therapeut (woehoew!). Een klein jaar zwoegen a...
22/06/2022

't Gonzend bijtje.

Alhier een nieuw schrijfseltje van een AFGESTUDEERDE IV-therapeut (woehoew!). Een klein jaar zwoegen aan mijn papieren baby (a.k.a. mijn eindwerk) later, kan er weer eens wat anders geschreven worden. Oftewel: na wat er ‘moest’ geschreven worden, kan er weer iets ‘willen’ geschreven worden. En gisterenavond was de eerste keer sinds een jaar dat ik dit weer gevoeld heb, dat ik iets ‘wil’ schrijven.

Ik was onderweg naar huis met de fiets, omstreeks een uur of tien in de avond. In het dorp zag ik al, door de oranje gloed boven de daken, dat er zich achter de huizen een prachtig luchttafereel schuil hield. Toen ik uit het dorp fietste en de huizen plaatsmaakten voor weiland, ontvouwde zich effectief een fascinerend, bijna onnatuurlijk fel en kleurrijk schouwspel.

Sinds ik me op professioneel vlak profileer als therapeut ;), probeer ik veel bewuster de dingen te gaan beleven… nou ja, als de tijd en ook de goesting daarvoor meezit, weliswaar. Maar al fietsend merk ik dat ik daar de tijd en de goesting voor heb, want wat doe je anders zoal op een fiets. Het zijn mijn ‘mindful’ 22 minuten van Breendonk naar Oppuurs. Het hangt er wat vanaf wat er in de omgeving is of gebeurt terwijl ik fiets, dat bepaalt op welk zintuig ik mijn aandacht ga richten. Als er veel wind is, ga ik helemaal op in het ‘stoempen’ en de fysieke sensaties in mijn lijf. Als het avond en stil is, ga ik meestal heel aandachtig luisteren. En gisterenavond bijvoorbeeld werd ik door de oranje wolken heel erg getrokken in het zien.

Ik keek vol verwondering naar de wolken. En hoe die elke seconde, naarmate de zon meer zakte, iets feller oranje leken te worden. En toen zag ik boven mijn hoofd iets flikkeren in het zonlicht: een vliegtuig. En toen zag ik ook plots hoe de hele lucht, die prachtige wolken, doorkruist werden door wel zes of zeven dikke witte vliegtuigstrepen. Ik ging uit de ‘mindful’ ervaring en liet mijn fantasie het overnemen. Ik stelde me voor dat ik een vrouw was die eigenlijk 500 jaar geleden hier leefde en met een teletijdmachine in deze tijd was terecht gekomen, en keek nu door haar ogen.
Geschokt was ik! Door die stalen vogel in de lucht, die rare strepen aan de hemel, die vreemde lelijke grote p***n met draden aan die als gigantische spinnendraden het hele landschap insnoeren en ontsieren, die afgemeten harde straten en afgemeten voortuintjes, al die zovele huizen, die abstracte windmolens in de verte, die rook uit één of andere fabriek, die voertuigen die zoemen als een ruimteschip,… Wat is er in godsnaam gebeurd??

Er zijn nog van die momentjes dat ik dat plots allemaal ‘zie’ en dan word ik daar echt heel moedeloos van. Moedeloos, maar ook kwaad, en teleurgesteld, en verdrietig.

Maar die lucht, jongens, die bleef maar feller en feller worden. Met steeds meer nuance ook, meer diepte. En toen ik thuiskwam hoorde ik de kikkers tevreden kwaken in het vijvertje enkele tientallen meters achter ons huis. Een bijtje kwam nog gezellig naast me gonzen toen ik mijn fiets parkeerde.

En ik dacht: some sh*tty changes can’t be changed. Maar als we nog kunnen zien en horen wat er wél nog is – al is het maar zo klein als een gonzend bijtje – dan is er hoop, dan komt alles wel goed.

Fijne wensen van en voor allemaal fijne mensen!
31/12/2021

Fijne wensen van en voor allemaal fijne mensen!

Na wat windstilte post ik hier graag nog eens een berichtje. In deze was het geen windstilte vóór, maar wel tijdens de s...
28/06/2021

Na wat windstilte post ik hier graag nog eens een berichtje. In deze was het geen windstilte vóór, maar wel tijdens de storm van examens, verslagen, drukkere praktijk, moederen, ‘het leven’.
Waar ik altijd zelf aanraad om in zo’n tijden ook dingen te doen die energie géven en niet alleen energie vragen, lukte het me nu niet om naast al het geschrijf voor andere doeleinden ook nog eens te schrijven voor mezelf. (Een beetje rust in de plaats was meer welkom.)

Nu is daar weer ruimte voor. Jej! Want dat is wel wat het met me doet: energie geven. Ik was onlangs nog eens in mijn aloude mailbox aan het scrollen, die ouwe rakker vergezelt me al sinds mijn 12 jaar. Wat een ‘trip down memory lane’! Heerlijk. En af en toe natuurlijk ook een beetje beschamend om je eigen bakvismailtjes te lezen. Alleszins viel me wel op hoe ‘n actief ‘mailertje’ ik was. Dat is altijd al mijn dada geweest, in tegenstelling tot de (geef toe) meer gewaardeerde mondelinge communicatie.

Intussen is de kloof tussen mijn openheid in mailtjes en mijn geslotenheid ‘in’t echt’ al wat meer gedicht dan pakweg 15 jaar geleden. Dat heeft denk ik veel met het aanvaarden van mijn mindere kanten te maken, waardoor ik minder bang werd/aan het worden ben om te spreken (en hoe dat bij de persoon aan de overkant mogelijks kan overkomen). Tegelijkertijd kwam met die aanvaarding ook meer en meer het besef dat ieder van ons zijn eigen taal heeft! Dat wat de maatschappij en onze ouders en de school en onze werkgevers van ons verlangen, namelijk dat je ‘er moet staan en het goed moet kunnen uitleggen’, een erg éénzijdige en beperkende kijk is op het begrip communicatie. Spreken is maar één van de zovele manieren waarop je jezelf naar buiten kan brengen. Misschien is die van jou wel muziek, of sport, of schrijven, of tekenen, of film, of dingen ondernemen, of… Het is allemaal prachtig en oké en waardevol!

Wij zijn allemaal ongelooflijke wezens die zich heel erg kunnen aanpassen, die onze vaardigheden bijschaven op basis van de verwachtingen van anderen. Mooi. Super.
Maar, vergeet vooral je eigen taal niet, en vergeet niet om daar óók aandacht aan te schenken (en energie uit te halen)!
(Ineens nog eens een boodschap aan mezelf. ;))

Blinded by the lightsEergisterenavond trakteerde ik mezelf op een pre-birthday avondwandeling. Eventjes het huis(houden)...
17/03/2021

Blinded by the lights

Eergisterenavond trakteerde ik mezelf op een pre-birthday avondwandeling. Eventjes het huis(houden) ontglippen in de rust van de donkere nacht, met de wind door mijn haar en hoofd, heerlijk is dat. Op een bepaalde leeftijd (en in bepaalde tijden) ben je content met de kleinste traktaties voor je verjaardag ;).

Ik had eerst de neiging om de straten te volgen, veilig en duidelijk verlicht. Dit is het pad, zeiden de lichten me. Het veldwegje waar ik bij daglicht normaal altijd insla was door de straatlampen nu een allesbehalve uitnodigend, gapend zwart g*t geworden. Hoewel ik het wegje door en door ken maakten de schaduwen er nu een plek van die ik wilde vermijden. Het donker maakte me bang, bang om niet meer te kunnen terugvallen op mijn overgewaardeerde ogen als zintuig. Bang voor de sprong in het duister. Bang geworden door mijn eigen ‘wat als’- gedachten.
Ik wandelde dan ook resoluut verder. Een beetje verderop echter kreeg ik een tweede kans om via een andere kant het wegje op te gaan. Ik voelde het verlammend effect van mijn eigen gedachten, en tegelijkertijd voelde ik ook het verlangen om mijn angst niet mijn richting te laten bep***n. Ik sprak mezelf dus andere, geruststellende gedachten toe en ging toch het wegje in.

Eens in de duisternis…
was de duisternis minder donker dan verwacht. Meer zelfs, door het wegvallen van het licht op straat ontvouwde zich een prachtig spektakel boven mijn hoofd van oplichtende wolken en sterren. Verdorie, dacht ik, hoeveel licht we niet zien door al dat licht. Hoeveel ruimer je zicht wanneer je de gemarkeerde weg verlaat. Hoeveel heb ik mezelf al laten beperken en tegenhouden door alle spreekwoordelijke straatlampen in dit leven. Verdorie.

Maar daar stond ik nu wel. Nu stond ik daar, eventjes. Met mijn voeten op de aarde, mijn hoofd tussen de sterren, en mijn hart overal. En dat was best wel een fijne pre-verjaardagscadeau.

Er is deze week iets veranderd in ons gezin. Sinds maandag hebben we een schoolgaand kind. Hoewel ik er het volste vertr...
25/02/2021

Er is deze week iets veranderd in ons gezin. Sinds maandag hebben we een schoolgaand kind.

Hoewel ik er het volste vertrouwen in heb dat dit een goede stap is, een fijne stap voorwaarts, een stap naar meer zelfstandigheid en een verruiming van de wereld van mijn kind, doet het toch wat met een mens… Niet alleen mijn kind, maar ook wij als ouders worden in een hele nieuwe wereld geïntroduceerd en met een heleboel nieuwe verwachtingen geconfronteerd. De bundel van 8 pagina’s die de juf meegaf met informatie en do’s en dont’s loog er niet om. Plots zijn we ook slaaf geworden van de schoolbel (die echt elke dag heel vroeg en stipt afgaat) en hoor je bij dat clubje dat daar staat te wachten aan de schoolpoort. Ja… het is wennen…

Mijn kind is moe, wij zijn moe. Ik voel me blij, maar tegelijkertijd verdrietig. We nemen immers ook afscheid van ons zoontje zijn peutertijd, van zijn (en ons) onbezorgde leven bij de onthaalmoeder, een stukje leven van hem dat definitief voorbij is. De nieuwe rol, de nieuwe verwachtingen en ook wel bezorgdheden die hij en wij krijgen kosten energie.

Elke verandering in een systeem (hoe banaal het ook lijkt) is een stukje loslaten van het gekende en het veilige. Het geeft onzekerheid, angst. En dat is interessant. Hoe gaan we hiermee om? In welke reflex schieten we? Schiet je in de actie, of in het piekeren, of krijg je lichamelijke klachten?

Maar het is ook door dit gekende los te laten dat er iets nieuws kan ontstaan. Een nieuw systeem, een nieuw evenwicht, nieuwe kansen.
Een chinees gezegde zegt: “Als de wind van verandering waait, bouwen sommige mensen muren en anderen windmolens.”

Geef mij maar die windmolen. Niet verstarren, maar meedraaien in de wind. Niet mijn energie opgebruiken om vooral te blijven staan waar ik sta, maar dankzij het loslaten en vol vertrouwen meedraaien net energie opwekken.
Ik wens het mezelf toe, en jou ook.

Adres

Breendonk
2870

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer Jemoethetnietalleendragen - Hanne's psychokoppie nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Delen

Share on Facebook Share on Twitter Share on LinkedIn
Share on Pinterest Share on Reddit Share via Email
Share on WhatsApp Share on Instagram Share on Telegram