15/03/2022
7 ingrediënten groepen
Eiwitten
Elk dier is opgebouwd uit eiwitten . Eiwitten worden gebruikt om te repareren, bouwen en soms als brandstof. De hond kent 22 aminozuren waarvan er 8 essentieel zijn ( bij pups in de groei 10 ).
Essentieel wil zeggen dat ze in de voeding aanwezig moeten zijn.
Het percentage aminozuren in een eiwit dat bruikbaar is voor het lichaam heet de biologische waarde. De biologische waarde van dierlijk eiwit is altijd hoger dan van plantaardig eiwit.
De verteerbaarheid van een eiwit zegt iets over de kwaliteit. Hoe beter de kwaliteit, hoe hoger de verteerbaarheid. Het meest wordt rund en kip gebruikt , de prijs wordt bepaald door de kwaliteit van de dieren bv bio industrie of dieren die een mooi leven hebben gehad ( goed voer , veel buiten , ruime stallen ). Wees voorzichtig met een hoog eiwit percentage bij honden met lever of nierproblemen. Eiwit tekort kan ontstaan door te weinig eiwit in de voeding , slechte vertering of een verlies van eiwitten door bijvoorbeeld PLE .
Vetten
Vetten komen voor in verschillende vormen :
onverzadigde vetzuren , verzadigde vetzuren en meervoudig onverzadigde vetzuren .
Verzadigde vetten bieden bescherming aan de organen en worden gebruikt als energie reserve.
Onverzadigde vetten : Omega- 3 vetzuren , Omega- 6 vetzuren en Omega- 9 vetzuren ( niet essentieel ).
Bij het voeren van teveel vetten ontstaat overgewicht met alle gevolgen van dien. Bij te weinig vetten ontstaat ondergewicht daarbij kunnen pups achterblijven in de groei en ontwikkeling. Bij volwassen honden kun je een verstoring van de hormonen , maar ook van de opname van vet oplosbare vitamines tegen komen. Ernstig ondergewicht of honden die vetten niet goed kunnen opnemen of verteren door bv een slecht werkende lever of alvleesklier sturen we door naar de dierenarts.
Koolhydraten
Om opgenomen te worden in het bloed worden de koolhydraten klein geknipt tot monosachariden.
Koolhydraten komen in 3 vormen voor : polysachariden bv zetmeel , disachariden bv maltose , lactose en sucrose , monosachariden bv fructose en glucose.
Enkelvoudige suikers worden snel opgenomen in het lichaam en zorgen voor een suikerpiek.
Koolhydraten zo klein mogelijk geknipt worden opgenomen in het bloed in de vorm van glucose , dit wordt in de cellen gebruikt als energie. Overtollig glucose wordt in de lever omgezet tot glycogeen.
Insuline uit de alvleesklier zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen in de cellen en dat de overtollige glucose wordt omgezet in glycogeen.
Glucagon zorgt voor de omzetting van glycogeen in glucose.
De glycemische index laat zien hoe snel een koolhydraat wordt verteerd en als glucose in het bloed terecht komt.
Snelle koolhydraten zijn koolhydraten die de bloedsuikerspiegel snel doen stijgen. Langzame koolhydraten worden minder snel verteerd en opgenomen in het bloed.
Vitamines , mineralen en sporenelementen
Bij een onbalans van vitamines, mineralen en sporenelementen ontstaan gezondheidsklachten. Deze klachten kunnen veroorzaakt worden door te eenzijdige voeding.
Als er een disbalans is in de verhouding Calcium / Fosfor kunnen er botproblemen ontstaan .
Als een hond puur vlees krijgt is de calcium / fosfor verhouding 1:20. Fosfor heeft Calcium nodig om zich te binden. Omdat dit onvoldoende in de voeding zit, zal Fosfor zich binden aan Calcium uit de botten en zo ontstaat osteoporose.
De Calcium / Fosfor verhouding bij puppy’s is heel belangrijk omdat de darmen van een pup tot 7 maanden volledig doorlaatbaar zijn voor Calcium. Als er te vet voer gegeven wordt kan de hond te dik worden maar er kunnen ook problemen ontstaan door de vet oplosbare vitamines die de hond binnen krijgt. De vermelde hoeveelheid vitamine op de verpakking geeft aan hoeveel vitamines er zijn toegevoegd maar niet hoeveel er uiteindelijk in de voeding zit.
Toevoegingen
Alle commerciële voeders bevatten conserveringsmiddelen om het voer langer houdbaar te maken. Er zijn natuurlijke en synthetische conserveringsmiddelen.
De natuurlijke zijn : Vitamine C en E en oliën van verschillende kruiden.
Synthetische conserveringsmiddelen zijn : Ethoxyquine ( E324 ) een landbouwbestrijdingsmiddel , BHA ( E320 ) , BHT ( E 321 ) Oorspronkelijk ontwikkeld om de houdbaarheid van kleurenfilm te verlengen. Het heeft invloed op de vetstofwisseling van de lever . Het kan vergroting van de lever, gedragsveranderingen , voortplantingsproblemen en verandering van het aantal bloedcellen veroorzaken.
Anti -oxidanten voorkomen dat het vet ranzig wordt.
Kleur-, geur- en smaakstoffen zijn er om het voer er aantrekkelijk uit te laten zien voor de baasjes en smakelijk te laten zijn voor de hond.
Water
Er bestaat verschil in waterkwaliteit , het zogenaamde harde water bevat veel kalk dat dan ook weer in de voeding terecht komt. De fabrikant zou het water dus eerst moeten ontharden. Vocht in het voer helpt ook om het smakelijker te maken, hoe vochtiger , hoe lekkerder.
Vezels
Plantaardig materiaal dat het lichaam niet op kan nemen zijn oa voedingsvezels. Ze zijn een voedingsbodem voor prebiotica