Wouter Mareels: klinisch psycholoog - psychoanalytisch psychotherapeut

Wouter Mareels: klinisch psycholoog - psychoanalytisch psychotherapeut Diagnostiek en therapie voor kinderen, adolescenten en volwassenen. Gerechtsdeskundige. Thérapie en Francais / Therapy in English

Prof Ariane Bazan schrijft:Een mens is nooit psychisch uitbehandeldWie kanker heeft, wil tot elke prijs genezen, wie zwa...
11/10/2024

Prof Ariane Bazan schrijft:

Een mens is nooit psychisch uitbehandeld

Wie kanker heeft, wil tot elke prijs genezen, wie zwaar depressief is, net niet, schrijft Ariane Bazan. Toch is helpen altijd mogelijk. Het is schrijnend dat we mensen een ‘waardige’ dood aanbieden in plaats de juiste behandeling.

Vandaag om 03:00

“Als je echt alles geprobeerd hebt, waarom moet je dan gedwongen blijven leven?”, vragen veel mensen zich af. Aron Wade was verpletterd door depressie en angst, hulp kon niet meer baten. Maar we hebben er geen idee van dat helpen wel mogelijk is, ook bij zwaar psychisch lijden, en dat de enige mogelijke weg vaak net níét werd bewandeld.

Hugo kwam tien jaar geleden gebroken aankloppen. Zijn verhaal lijkt op dat van Aron: “Ik hou van mensen en ik haat hen. Ik haat mezelf. Het lukt me niet om min of meer fatsoenlijk een relatie vol te houden. Of zij laat me vallen, of ik gedraag me als een e***l … Ik ben de moeite niet, steek geen tijd in mij.”

Toen ik hem leerde kennen, was ik nochtans onder de indruk: fysiek fit en professioneel geslaagd. Maar na een zoveelste liefdesbreuk zat hij zo diep dat hij donkere voornemens had.

De eerste jaren van zijn therapie verliepen moeizaam. Hij miste afspraken, betaalde soms niet, verdroeg niet dat ik hem daarop wees, vroeg extra afspraken aan waarvoor ik me vrijmaakte en die hij soms niet nakwam. Hij leek een bijzondere interesse te hebben voor mijn privéleven en precies op de dag dat ik zelf een moeilijke diagnose te horen kreeg, zei hij koudweg: “Ik ben veel geliefden kwijt. Mensen die mij graag zien, overleven dat niet.”

Soms schold hij me de huid vol. Maar ik hield stand, en hij hield stand met mij. Ik vroeg of verwachtte niets, maar luisterde met interesse. Op een uitdagende toon liet hij nu en dan weten dat hij al die tijd geen enkele vordering had geboekt. Toch bleef hij komen. De eerste twee jaar begon hij elke sessie met de vraag: “Waarom hield ze niet van me?” En elke sessie dacht ik daar opnieuw over na, alsof de vraag voor het eerst kwam. Op zeker ogenblik voelde ik een verschuiving: ik had de lange, twee jaar durende vuurproef overleefd en ik kreeg nu niet alleen zijn vertrouwen – misschien gaf hij me dat wel van meet af aan –, maar hij sprak het nu ook uit. Met dat vertrouwen kwam bovendien iets anders, iets nieuws, iets kwetsbaars: hij vertrouwde me zijn hoop toe. Ik mocht die bewaren tot de dag waarop ik hem die hoop teruggaf, waarna hij zelf zijn weg zou gaan, min of meer fluitend, min of meer zonder mij.

En dat is wat inderdaad gebeurde. Hugo zat gevangen in een “verpletterende herhalingsdwang”, die zich in het bijzonder in het liefdesleven op een zeer pijnlijke manier te kennen geeft. Hij heeft altijd een voorkeur gehad voor meer afstandelijke vrouwen, naar het beeld van zijn moeder, die door haar alcoholverslaving vaak onbeschikbaar was. De kleine jongen heeft toen wellicht (onbewust) iets aan zichzelf beloofd in de aard van: “Nu lukt het me niet om zo interessant of onweerstaanbaar te zijn, dat mama wel van me moet houden, maar wacht maar ...”

In het gezelschap van ietwat koele vrouwen kwam die oude belofte weer naar boven en werd Hugo verliefd. Omdat hij (onbewust) vrouwen koos die afstandelijker zijn dan gemiddeld, werd hij ook vaker dan gemiddeld in de steek gelaten. En die ervaring verpletterde hem, hij begreep niet wat hem overkwam, laat staan hoe hij zijn leven anders kon aanpakken. Dankzij onze gesprekken ging hij inzien dat hij zelf ook een hand had in die dynamiek. Hij ontwikkelde een stukje zelfspot en -sturing. Zijn nieuwe geliefde was statig en trots, maar ook hartelijk en oprecht verliefd.

Als we bij “uitzichtloos” psychisch lijden zeggen dat iemand “alles heeft geprobeerd”, dan denken we aan medicatie of aan behandelingen als EMDR of gedragstherapie. Maar daar gaat het niet over. Bij zwaar mentaal lijden is het enige wat kan helpen de ontmoeting met een therapeut, die bereid is tot mentale acrobatische hoogstandjes en die onvermoeibaar en geduldig meeslingert aan de liaan waaraan de patiënt zich vastklampt, zonder zelf grip te verliezen.

Dat soort klinisch werk wordt aan de universiteiten niet onderwezen, omdat we mentale zorg nog altijd als medische zorg beschouwen. Maar als je kanker hebt, dan wil je tot elke prijs genezen, terwijl dat net niet het geval is als je zwaar depressief bent. Geestelijke gezondheidszorg is nog altijd afgestemd op patiënten die bereid zijn mee te gaan met de behandeling. Ondertussen vallen de zwaarst getroffen mensen uit de boot.

Is het niet schrijnend dat we hun “een waardige dood” aanbieden, eerder dan een aangepaste behandeling?

https://www.facebook.com/ariane.bazan/posts/10230229361451853

Wie kanker heeft, wil tot elke prijs genezen, wie zwaar depressief is, net niet, schrijft Ariane Bazan. Toch is helpen altijd mogelijk. Het is schrijnend dat we mensen een ‘waardige’ dood aanbieden in plaats de juiste behandeling.Wie kanker heeft, wil tot elke prijs genezen, wie zwaar depressief...

30/09/2021

Vier psychologenverenigingen stappen naar de Raad van State in de hoop dat een nieuwe conventie die psychologische zorg toegankelijker moet maken, vernietigd wordt. Ze vinden dat het beroepsgeheim geschonden wordt en klagen over willekeur bij de toepassing.

30/09/2021

INTERVIEW MARC CALMEYN
‘Een “depressietje” bestaat niet’
Een depressie verengen tot een breinziekte doet onrecht aan de patiënt, zegt de Brugse psychiater en filosoof Marc Calmeyn. ‘Depressie is een erg menselijke aandoening, ze raakt de mens in zijn hele bestaan.’
Veerle Beel

Donderdag 30 september 2021 om 3.25 uur

Marc Calmeyn: ‘In Nederland heeft de zorgverzekering psychoanalyse uit haar pakket geschrapt. Het moet allemaal kort en krachtig, ook hier. Ik betreur dat.’ Fred Debrock

U vertrekt in uw klinische praktijk van de antropopsychiatrie – het oud-Griekse ‘antropos’ betekent mens. Waarom is het belangrijk dat te beklemtonen?
‘In tegenstelling tot sommige andere hersenaandoeningen, die ook bij dieren voor­komen, zijn psychische aandoeningen door en door menselijk. Zo ook depressie, de meest voorkomende psychische aandoening. Ze toont ons uitvergroot waar wij allemaal mee worstelen. De pathologie, of ziekte, zegt meer over wat het is een mens te zijn, dan over de normaliteit, als die al bestaat. Wat het is om mens te zijn in al zijn gebrokenheid. Kijk naar films, lees romans: ze gaan zelden over mensen die geen psychische letsels hebben opgelopen.’

Depressie is dus meer dan een breinziekte.
‘Het zijn niet onze hersenen die denken. Wij als mens doen dat. Natuurlijk doen er zich wel wat meetbare veranderingen voor in ons brein, maar depressie daartoe verengen, is een spijtige zaak. Het is een zeer diepgaande aandoening, die ingrijpt in het hele leven. Ze raakt een mens op fysiek, psychisch, sociaal en existentieel vlak. En wel in die mate dat mensen zich vervreemd voelen van zichzelf en van de wereld. Er bestaan zeker gradaties, maar een “depressietje” bestaat niet. Je kunt down zijn omdat je ergens gefrustreerd over bent, of omdat je je ontslag hebt gekregen, maar daarom heb je nog geen depressie. Mijn boek gaat over wat het is om echt depressief te zijn.’

Mensen die depressief waren, zeggen dat ze helemaal stilvielen. Hoe komt dat?
‘Dat is een van de drie

30/09/2021

Je psycholoog is niet als je tandarts

door Ariane Bazan

Als jonge psychologe mocht ik in 2002 aan de slag met mensen met het moeilijke profiel verslaving-psychose. Een van hen, Peter, was introverter dan de anderen. Ik merkte zijn naar binnen gekeerde blik. Af en toe lispelde hij, het enige zichtbare teken van een innerlijk gesprek. Ik vroeg me af hoe ik met hem in contact kon komen. Toen het team­gesprek kwam, hoorde ik het wijze besluit­ van mijn collega’s: Peter had al moeizaam een vertrouwensband op­gebouwd met een collega-psycholoog op een vorige afdeling. Tegen het beleid van de instelling in, werd besloten dat niet ik, maar mijn collega Peter hem zou blijven volgen op zijn nieuwe afdeling. De man was opgelucht en behield zijn vertrouwen in de instelling.
Wanneer ik met vakantie ga, geef ik aan sommige patiënten het adres van een collega, die hen kan opvangen in die periode. Maar weinigen kloppen elders aan. De reactie is steevast dezelfde: we willen met jou verder. Een vertrouwensband met een patiënt is heel bijzonder. Het voorstel om op een bepaald ogenblik in het zorgtraject met iemand anders te gaan spreken, kan schokkend zijn – een beetje alsof je partner je voorstelt­ even met iemand anders op te trekken tijdens zijn of haar afwezigheid.
De mens die spreekt, heeft een geschiedenis met de mens die luistert. En zoals de kleine prins van Saint-Exupéry heeft de psycholoog een verantwoordelijkheid jegens de mens die hij of zij (eindelijk) tot spreken heeft verleid. Dat blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek: een van de terugkomende bevindingen van het ‘effectiviteitsonderzoek’ – het onderzoek dat nagaat wat er bij een psychologische behandeling werkt – is dat de band met de psycholoog belangrijker is dan de methode die hij of zij hanteert. De specifieke band is, zeg maar, dé werkzame molecule van de psychologische behandeling. Het zou gek zijn om die stiefmoederlijk te behan­delen, en toch gebeurt net dat in ons model voor mentale zorg.
Dat model is op

09/02/2021

'Mijn cliënten zijn mensen die worstelen.'

13/08/2020

Wat als depressie, angststoornissen en posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) van in de nabije toekomst geschrapt zouden worden als medisch bestempelbaar, psychisch probleem? Deze week publiceerde Forbes een artikel over een overtuigende nieuwe paper* waarin biologische antropologen oproepen om ander

14/02/2020

Fernand Van Damme zet deze week de blik op oneindig. Vandaag: over S*x Education.

12/02/2020

artikel De Standaard - HET VERHAAL NOT SHARING IS CARING
‘Soms denk ik: papa, waarom post je dat nu?’
De eerste keer op het potje, foto’s naakt in bad: ouders pronken graag met hun kinderen op sociale media, maar zelf vinden die dat nogal cringe. Een op de vijf tieners vraagt ouders om foto’s offline te halen. ‘Ouders controleren elk Tiktok-filmpje, maar staan er zelf niet bij stil hoeveel ze van hun kinderen op het net gooien.’
VAN ONZE REDACTEUR KLAAS MAENHOUT

BRUSSEL ‘Oh my god. Niet naar de Facebookpagina van mijn papa surfen, er staan echt stomme foto’s op.’ De 15-jarige Laurence De Pauw krijgt het geregeld te ­horen van vriendinnen. Vakantie­foto’s, familie-uitjes, gênante kindermomenten: jongeren draaien met hun ogen als ze zien wat hun ouders op sociale media delen – en dat vaak zonder inspraak. Sharenting, wordt het fenomeen genoemd, een samentrekking van sharing en parenting. Het woord is ontstaan in 2013 en is eigenlijk een nieuw etiket voor wat ouders al eeuwen doen: trots zijn en uitpakken met hun kinderen.

Hoe schattig of grappig die foto’s ook kunnen zijn, volgens EU Kids Online, een nieuw Europees onderzoek waaraan de KU Leuven meewerkte, springen Vlaamse ouders nog veel te nonchalant om met hun kroost op Facebook of Instagram.

Het onderzoek peilde 1.200 Vlaamse jongeren tussen 12 en 16 jaar. Bij een derde plaatsen de ouders zonder overleg informatie online. Een op de vijf jongeren heeft afgelopen jaar zelfs expliciet gevraagd om foto’s of info weer offline te halen. ‘Ze voelen zich er niet comfortabel bij of vinden de foto gewoon lelijk’, zegt professor Leen d’Haenens (KU Leuven). In Het Laatste Nieuws waarschuwt ze: ‘Die onschuldige kiekjes kunnen je zoon of dochter wel degelijk schaden.’

Traantjes en puistjes

De positieve kant van de zaak: door hun ouders aan te spreken, brengen de jongeren hen mediawijsheid bij. ‘Ouders moeten bewust gemaakt worden. Het moet een reflex worden om aan je zoon of dochter te vragen of een foto online geplaatst mag worden’, zegt Hadewijch Vanwynsberghe van kenniscentrum Mediawijs. De cijfers van het onderzoek van de KU Leuven liggen in de lijn met de MediaNest-resultaten die Mediawijs verzamelde.

Een foto van een dagje aan zee of een grappige gezinsfoto is voor ouders misschien wel een mooie herinnering om op sociale media te posten, maar dat is niet per se zo voor zoon of dochter. ‘Vanaf het vijfde, zesde leerjaar beginnen kinderen een online identiteit te ontwikkelen. Ze bouwen die heel langzaam op. Als ouders of andere begeleiders dan foto’s online plaatsen zoals die van de traantjes aan de schoolpoort of de eerste puistjes, dan is het kind daar niet mee gediend.’

Kinderen protesteren vooral tegen foto’s die niet aansluiten bij hoe ze zich online profileren, merkt Mediawijs. ‘Ik wil vooral dat er geen lelijke foto’s van mij op de Instagrampagina van mijn ­papa terechtkomen’, zegt Laurence De Pauw. Toen haar vader vorig jaar trouwde, controleerde ze de foto’s voor ze online kwamen. ‘Verder laat ik hem gewoon doen, al denk ik soms wel: waarom post je dat nu?’

Kleine kinderen

In tegenstelling tot wat ouders nog vaak denken, zijn jongeren wel degelijk bezig met hun privacy op sociale media – hoewel ze vaak veel informatie over zichzelf vrijgeven. Dat is de zogenoemde privacy-paradox. ‘Ook bij ouders zien we vaak een tegenstelling’, aldus Vanwynsberghe. ‘Terwijl ze vaak elk filmpje willen zien dat hun dochter op Tiktok plaatst of willen weten welke Youtubers hun kinderen volgen, zitten ze vaak niet in met wat er online over hun kinderen terug te vinden is.’

Is het überhaupt verstandig om foto’s van je kinderen op het internet te delen? ‘Ons advies: think before you post’, zegt Vanwynsberghe. ‘Maar ongevraagd foto’s online zetten, mag gewoon niet. Je kind heeft recht op privacy, recht om vergeten te worden, portretrecht, ... Foto’s verwijderen is vaak ook niet zo eenvoudig. Het is niet omdat de foto’s gedeletet worden dat ze verdwenen zijn.’

Vaak overwint het enthousiasme en kunnen (jonge) ouders het niet laten om de eerste keer in de crèche te posten, of stellen ze online vragen over kinderziektes. ‘Ook ouders ontwikkelen natuurlijk een digitale identiteit. Ze willen pronken of hun ontgoocheling delen. Ze zoeken online herkenning en gaan op zoek naar reacties van anderen.’

Maar wat als het gaat om kleine kinderen die zelf geen toestemming kunnen geven? Vaak zijn ze hun privacy al kwijt nog voor ze het woord kunnen uitspreken. ‘Bij kinderen van nul tot zes jaar is de regel: zet geen foto’s online waarmee je zelf ook niet geconfronteerd wil worden. Foto’s van de eerste keer op het potje kunnen gerust aan opa en oma getoond worden, maar plaats ze niet openbaar op Facebook. Dat kan je kind later in gênante situaties brengen.’

De leeftijd om het kind naar zijn mening te vragen, verschilt van geval tot geval. ‘Een universele leeftijdsgrens opleggen is riskant’, zegt kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens. ‘De jeugdhulp hanteert vaak twaalf jaar als richtleeftijd, maar we merken dat kinderen van negen en tien jaar zich ook al goed kunnen uitdrukken. Ze denken al na over hun zelfbeeld en identiteit.’

Ook volwassenen kunnen het oneens raken over wat nu goed is voor hun kind. ‘We krijgen de meeste klachten na een echtscheiding’, aldus de kinderrechtencommissaris. ‘De ene ouder vindt dan dat de andere ouder het portretrecht van hun kind niet respecteert. Hoewel het juridisch niet duidelijk is, adviseren we ouders altijd om met elkaar te communiceren.’

Influencers

Voor sommige kinderen is het dagelijkse kost om te pas en te onpas op sociale media te verschijnen – zeker nu een groeiend aantal ouders geld verdient als influencer. ‘Er verschijnt geen foto meer zonder dat mijn kinderen hun goedkeuring geven’, zegt Anne Cornut. Ze is op Instagram bekend als ‘Mamavanvijf’ en geeft haar 20.000 volgers een intieme inkijk in de leefwereld van haar kinderen. ‘Dat is vroeger wel anders geweest, toen besliste ik alles zelf.’ Het is een dubbel verhaal, merkt ze. ‘Ik wil een real life-beeld geven. Een krijsende kleuter was vroeger geen probleem, maar een ontplofte puber, dat moet ik vandaag niet meer proberen. Die willen cool zijn, ze zeggen al op voorhand: dit ga je niet delen.’

Volgens Cornut moet een krijsende kleuter kunnen: ‘Ik weet dat het internet niet vergeet. Maar door hun namen niet voluit te schrijven, maak ik foto’s zo goed als onvindbaar.’

Cornut is ook mede-eigenaar van Maison Slash, een online communicatiebureau gespecialiseerd in ‘new generation parents’: ouders die op sociale media aanwezig zijn. ‘We raden ouders aan om hun kinderen niet te negeren. Een weinig flatterende foto zonder overleg is zowat het ergste wat je kunt doen.’ Duidelijke regels zijn niet alleen cruciaal, ze gelden ook in beide richtingen. ‘Plots zag ik mezelf in onderbroek door het beeld van mijn zoon lopen. Dan hebben we afgesproken: er wordt niets gedeeld zonder elkaars toestemming.’

Ook de kinderen van model en onderneemster Tiany Kiriloff verschijnen vaak op haar Instagramaccount met een kleine 200.000 volgers. De meest recente foto van Kiriloff met haar dochter telt meer dan 2.000 hartjes. ‘Aan mijn oudste dochter van veertien vraag ik altijd toestemming. Mijn twee andere kinderen, they couldn’t ­care less. Ze beseffen alle drie dat dit een onderdeel van mijn leven is. Sowieso vind ik de privacy­regels overroepen. We zijn onze privacy allang kwijt.’

Bikinifoto’s

Toch kan privacy een wezenlijk verschil maken. ‘Net voor onschuldige foto’s moeten ouders aandacht hebben’, zegt Stephan Smets, woordvoerder van Child Focus. ‘Online afbeeldingen kunnen uit hun context gehaald worden en geseksualiseerd worden.’ Ouders weten stilaan wel dat het niet verstandig is om bikinifoto’s van je dochter bij het zwembad of aan het strand te delen. ‘Maar voor foto’s van volleyballende jongeren of kinderen in de jeugd­beweging is dat nog minder evident.’ Child Focus verwijst naar een Oost-Vlaamse Chirogroep, die in 2018 ontdekte dat er kampfoto’s circuleerden op een Russische ­pedofiele website. ‘Het is onthutsend, maar foto’s blijven voor ­altijd ­online.’

Adres

Leopoldlaan 154
Aalst
9300

Openingstijden

Maandag 09:00 - 12:00
14:15 - 21:30
Dinsdag 18:30 - 22:15
Woensdag 09:00 - 12:00
14:15 - 21:30
Donderdag 18:30 - 22:15
Vrijdag 09:00 - 12:00
14:15 - 21:30

Telefoon

+32495505039

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer Wouter Mareels: klinisch psycholoog - psychoanalytisch psychotherapeut nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Contact De Praktijk

Stuur een bericht naar Wouter Mareels: klinisch psycholoog - psychoanalytisch psychotherapeut:

Delen

Share on Facebook Share on Twitter Share on LinkedIn
Share on Pinterest Share on Reddit Share via Email
Share on WhatsApp Share on Instagram Share on Telegram