27/10/2025
𝗢𝗻𝗱𝗲𝗿 𝗱𝗲 𝗔𝗳𝗿𝗶𝗸𝗮𝗮𝗻𝘀𝗲 𝘇𝗼𝗻
In het hart van Greater Kruger, een uitgestrekt natuurgebied waar wild en mens elkaar terug bewuster ontmoeten. Waar het ritme van de aarde nog voelbaar is, en elke zucht van wind een verhaal vertelt.
Overweldigd — en toch helemaal thuis.
Aarde. Mijn element.
Ik ben verbijsterd door de eindeloosheid van het landschap, de hete gloed van de zon en de verzengende warmte die alles in haar greep houdt. De aarde wacht — ongeduldig, dor, barstend — op regen.
Onder mijn voeten kraakt het leven, stil en schijnbaar slapend. En dan, tussen dat dorre gras, bewegen olifanten en giraffen: grootser dan woorden, bijna onhoorbaar.
Zij laveren door droogte met een vanzelfsprekendheid die ontroert.
Even verderop slenteren leeuwen — loom, onverschrokken, onaangedaan.
Ze lijken niets te moeten, niets te bewijzen.
Rustig en onverstoord, vervolgen ze hun weg.
Alsof tijd hier een andere betekenis heeft.
En dat totdat het eerste druppeltje valt — en de aarde weer kan ademen en gulzig de dorst kan lessen.
Dat moment dat de natuur zich terug ontvouwt en duidelijk wordt dat schoonheid nooit veraf is, maar enkel zichtbaar wordt voor wie geduldig kijkt.
Het is rauw.
Eerlijk.
Puur.
Leven in elke vorm — soms luid aanwezig, soms nauwelijks merkbaar, maar altijd voelbaar.
En wij, de mens… slechts tijdelijke gasten.
Toeschouwers in een wereld die zonder ons ook vol en rijk zou zijn — misschien zelfs voller, zonder onze drang naar controle en onze neiging te vernietigen wat we niet begrijpen.
Gelukkig keert het tij hier een beetje — maar is het nog op tijd?
En ik? Dankbaar om hier te mogen zijn.
Om even mee te kunnen ademen met deze grond. Om te mogen luisteren naar het ontwaken van vogels, te ruiken hoe de dag verschuift en om te voelen hoe klein en groot tegelijk je kunt zijn.
Hier, midden in deze rauwe schoonheid,
wordt veel weer helder.
Hoe anders de wereld elders draait —
gestuwd door hebzucht, door ego’s, groot en klein.
Hoe zinloos stress en gejaagdheid zijn.
Hoe ver we soms afdwaalden van wat écht leeft.
Schoonheid in rauwheid.
Leven in elke adem.
En stilte.
Stilte die luider spreekt dan woorden ooit kunnen.