02/11/2025
“Altijd iemands kind”
Op Allerzielen denk ik aan mijn dochter. Ze was mijn eerste kind, mijn meisje met de nieuwsgierige blik en het zachte hart.
Zij kon de wereld intens voelen, soms té intens.
En op een dag kon ze dat leven niet meer dragen.
De stilte die daarna viel, was ondraaglijk. Niets voelde nog juist.
Ik bleef achter met duizend vragen en één grote leegte.
Mensen zeiden: “Tijd heelt alle wonden.”
Maar tijd heelt niet. Tijd leert je alleen anders ademen met het gemis.
Dit jaar raakt het thema van Reveil me extra diep: “Altijd iemands kind.”
Want zelfs nu zij er niet meer is, voel ik dat zinnetje tot in mijn botten waar haar naam nog woont.
Ze is en blijft mijn dochter: altijd, overal, in alles wat ik doe.
Haar verhaal eindigde niet met zijn dood.
Het leeft verder in wie ik ben geworden,
in de zachtheid waarmee ik naar anderen kijk,
in elke kaars dat ik aansteek. Ik schreef er volgend gedicht over, dat hopelijk wat lotgenoten wat begrip kan brengen....
Er is een stilte die blijft.
Niet zwaar, maar aanwezig
zoals adem in een lege kamer.
Mijn dochter leeft niet meer,
maar ze is nooit echt weg.
Haar stem hangt nog in de muren,
haar lach in de lucht van vroegere dagen.
Vroeger zocht ik verklaringen,
woorden die haar keuze konden dragen.
Maar er kwamen geen antwoorden,
alleen het besef
dat liefde niet sterft,
zelfs niet als het leven breekt.
Ik steek een kaars aan.
Het licht flakkert, dan wordt het stil.
In dat kleine vlammetje zie ik haar gezicht
niet als afscheid,
maar als aanwezigheid.
Want ook als de tijd ons scheidt,
blijft ze mijn kind.
Altijd.