23/05/2021
Dirk De Wachter over de toename van parentale burn-outs:
Kinderen hebben is lastig. En soms zelfs ambetant. Dat is gewoon zo, het is een illusie dat kinderen hebben louter en alleen een paradijselijk gebeuren is. Kinderen wijzen je op je zwakke punten, doordat ze zo dichtbij staan en ze je vlees en bloed zijn. Het kan heel confronterend zijn om te zien en te merken waar je minder in bent. We moeten leren omgaan met die beperkingen en geen perfect beeld voor ogen houden. Het leren aanvaarden van de niet-perfectie is een belangrijk gegeven in het leven, en al zeker in het leven met kinderen.
In het ouderschap moet je leren loslaten op een liefdevolle en verbonden manier. Het is natuurlijk niet de bedoeling om je kinderen te verwaarlozen, maar je hoeft hen ook niet constant te animeren. Kinderen moeten zichzelf leren bezighouden, moeten zich eens kunnen vervelen. Je hoeft hen uiteraard niet voortdurend op te zadelen met een smartphone, stuur hen gerust de tuin of het park in. Bouw momenten in waarop je met de kinderen speelt en met hun schoolwerk bezig bent, maar ook momenten waarop je dat loslaat en je hen laat doen.
Probeer ook wat tijd voor jezelf te nemen. Al wil ik daar een kanttekening bij plaatsen: dat begrip wordt soms nogal uitvergroot. Als je kleine kinderen hebt, dan betaal je daar een prijs voor. Elke dag 50km gaan fietsen als je kleine kinderen hebt is misschien een utopie, dat zal niet altijd lukken. Je kan nu eenmaal niet alles willen. Maar probeer ook daar structuur in te brengen, zodat tijd voor jezelf, voor je kinderen en voor het werk allemaal een beetje geregeld is.
Als je vaak een kort lontje hebt en er veel irritaties zijn, bijvoorbeeld naar je partner toe – terwijl samenwerken net zo belangrijk is – dan kan dat een teken aan de wand zijn dat het de verkeerde kant opgaat en dat je te veel ballen in de lucht wil houden. Ik wil geen pleidooi houden om geen ballen meer in de lucht te houden, maar om er minder in de lucht te houden. We willen te veel, we doen te veel, we hebben te veel. Door daarin te minderen kan je vermijden dat je van alles naar niets moet gaan en dat je helemaal in de lappenmand eindigt.
Als je voelt dat het je te veel wordt, probeer je dan niet sterk te houden maar spreek erover en geef signalen aan mensen die je nabij staan. Praat met je partner, met familie, vrienden of collega’s. Dat kan zorgen voor een gevoel van herkenning en dat lucht op. En als dat niet voldoende is, roep dan professionele hulp in.
Daar wil ik vanuit mijn rol als psychiater nog aan toevoegen: pas op met medicatie. Grijp niet te snel naar kalmeermiddelen of slaapmedicatie – en als je dat wel doet, doe het dan in samenspraak met je arts en laat je goed begeleiden. Maar probeer in eerste instantie niet-medicamenteuze hulpmiddelen in te schakelen, zoals relaxatie, yoga, mindfulness, gezonde voeding, sporten,…
bron: https://gezond.be/dirk-de-wachter-over-het-voorkomen-van-een-parentale-burn-out-we-moeten-het-ouderschap-terug-in-de-gewoonheid-brengen