31/10/2025
Meer rust en minder stress bij Autisme.
Sommige mensen ervaren de wereld intenser. Hun denken gaat diep, hun hoofd maakt voortdurend verbindingen, hun systeem staat vaak “aan”. Dat kan waardevol zijn — maar ook uitputtend.
Bij autisme zie ik vaak hoe stress niet zozeer ontstaat door het anders zijn, maar door het voortdurend moeten aanpassen aan een omgeving die niet altijd meebeweegt.
Erkenning voor wie je bent, voor hoe jouw denken werkt, kan al zoveel rust brengen. Je hoeft niet minder te denken — alleen anders om te leren gaan met hoe jouw brein werkt.
Soms merk ik dat ik emoties niet echt voel, maar erover nadenk. Alsof ik ze vanuit een afstand bekijk in plaats van ze te ervaren. Ik ga dan analyseren wat ik voel, waarom ik het voel, of het ‘klopt’ dat ik het voel. Dat geeft me houvast, want emoties kunnen overweldigend of verwarrend zijn. Door er woorden aan te geven, krijg ik controle — of in elk geval de schijn daarvan.
Intellectualiseren is voor mij een manier om veilig te blijven. Als ik iets voel wat te intens is, schakel ik automatisch over naar mijn hoofd. Daar kan ik ordenen, begrijpen, verklaren. Maar ondertussen blijft het lichaam vaak gespannen, alsof het nog steeds iets probeert te zeggen wat niet gehoord wordt.
Soms zie ik pas dagen later wat er eigenlijk onder zat. Verdriet, spanning, schaamte, of gewoon vermoeidheid. Dan realiseer ik me dat ik het gevoel heb ‘doordacht’ in plaats van doorlééfd. En dat is iets wat veel mensen met autisme, denk ik, herkennen: het proberen te begrijpen in plaats van te voelen, omdat voelen te onvoorspelbaar is.
Toch is het ook een kracht. Mijn vermogen om te analyseren helpt me om patronen te zien, om betekenis te geven aan wat ik ervaar. Maar ik leer steeds meer dat het denken niet in de plaats hoeft te komen van voelen. Soms is het genoeg om even stil te zijn, te ademen, en te merken wat er eigenlijk in me beweegt — zonder het meteen te verklaren. Dat is kwetsbaar, maar ook echt.