23/09/2025
Boosheid kan zo allesoverheersend zijn. Het vult een ruimte in een paar seconden. De stem verheft zich, de blik wordt hard, de houding gesloten. Voor degene die tegenover staat, voelt het alsof er niets anders meer bestaat. Alsof de liefde, de goede bedoelingen, de zachte gebaren allemaal overschreven worden door die ene toon van verzet.
En dat is pijnlijk. Want vaak sta je daar al met het gevoel dat je veel hebt ingeleverd. Dat je geprobeerd hebt tegemoet te komen. Dat je zorgvuldig je woorden hebt gekozen om de ander niet te kwetsen. En dan tóch die boosheid. Het voelt als onrecht. Alsof je niet wordt gezien in alles wat je al doet.
Boosheid is zelden zo eenduidig als ze lijkt. Soms is het een harnas om teleurstelling in jezelf te verbergen: het gevoel tekort te schieten, niet genoeg te zijn. Soms is het een uitroep naar de ander: “Zie mij, hoor mij, merk me op!” Omdat het ondraaglijk voelt dat jouw inzet, jouw pijn of jouw verlangen niet wordt erkend.
Ik herinner me een relatie waarin boosheid bijna de standaardreactie was. Op alles. Alsof ik teveel vroeg, te weinig gaf en teveel deelde. Gekmakend. Het maakte me klein, onzeker, uitgeput. Ik zag vooral het harde, de felheid. Tot in zeldzame momenten de muur even brak en er woorden kwamen die ik nooit vergeet: “Wat moet je toch met mij?” Daar lag het. Niet de aanval naar mij, maar het gevoel tekort te schieten. Toen zag ik dat niet.
Tegelijk weet ik dat boosheid ook kan voortkomen uit dat andere gemis; het onzichtbaar voelen, genegeerd worden, alsof je er niet toe doet.
Voor degene die boosheid ontvangt, is de reflex vaak aanpassen. Verzachten. Dragen. Alles doen om die muur te omzeilen. En dat herken ik maar al te goed. In het huis waar ik opgroeide, bestond boosheid eigenlijk niet. Dus toen ik er later mee te maken kreeg, wist ik nauwelijks hoe ik me daartoe moest verhouden. Had geen voorbeeld gehad. Ik reageerde door mezelf kleiner te maken, door te buigen, door vooral niet nog meer boosheid uit te lokken. Maar juist daardoor raakte ik mezelf kwijt. Kreeg weer astma-aanvallen (!). Ik werd wel een kei in het zorgvuldig afwegen van mijn woorden. Nuance aanbrengen werd mijn ding.
Dat is het pijnlijke van dit patroon: hoe meer de een buigt, hoe minder de ander zichzelf laat zien. Terwijl beide partijen verlangen naar hetzelfde: erkenning, gezien worden in wat er werkelijk speelt.
Wat helpt, is om boosheid niet alleen te zien als een aanval, maar ook als een signaal. Soms van teleurstelling in jezelf. Soms van een onvervuld verlangen om door de ander gezien te worden. In beide gevallen gaat het om kwetsbaarheid die geen woorden vindt en daarom een hardere vorm aanneemt.
Achter boosheid en verzet ligt dus zelden alleen weerstand. Het is vaak de echo van een mens die zichzelf niet kan dragen in zijn pijn. Of dat nu de teleurstelling in zichzelf is, of het schrijnende gemis aan erkenning door de ander. Wie bereid is die laag te zien, en misschien zelfs te tonen, opent de deur naar een ontmoeting die werkelijk raakt. Niet vanuit perfectie, maar vanuit menselijkheid. Daar, achter de façade van boosheid, begint de mogelijkheid tot werkelijk contact.