De Alfavrouw

De Alfavrouw Wees niet bang voor de vlammen. Jij bent het vuur!

// Obstakels zijn de weg // Mijn wens is dat alle vrouwen hun k*t gebruiken als richtingaanwijzer. Dat beslissingen geba...
29/08/2022

// Obstakels zijn de weg //

Mijn wens is dat alle vrouwen hun k*t gebruiken als richtingaanwijzer. Dat beslissingen gebaseerd zijn op hun k*t. Want daar zit je antwoord. Niet in je hoofd, maar in je onderbuik. Je intuïtie, je innerlijk weten. Ook als het k*t is.
Het obstakel, de uitdaging is de weg. De angst, de onzekerheid, de twijfel, het gevoel er van weg te willen lopen, juist dán weet je dat je op de goede weg zit.
Zonder wrijving geen g***s, geen groei zonder weerstand.
Ik zou willen dat we als vrouw veel meer en veel vaker zouden durven vertrouwen op wat onze intuïtie ons ingeeft. Dat we de signalen van ons lichaam weer leren herkennen en daar naar durven handelen.
Ongeacht wat ons geleerd is. Ongeacht wat hoort, of hoe het zou moeten (volgens wie??)

Dus als jij weerstand voelt bij het maken van dat ene besluit, dan weet je wat je juist te doen hebt.

Afgelopen donderdag en vrijdag zat ik in Amsterdam. Voor "Schrijf Geschiedenis". Een tweedaagse met een groep andere sch...
17/05/2021

Afgelopen donderdag en vrijdag zat ik in Amsterdam. Voor "Schrijf Geschiedenis". Een tweedaagse met een groep andere schrijvers. Wat was het inspirerend om met een groep mensen, die allemaal een boek (willen) schrijven, samen te zijn!

Krachtige liefdeIk word blij van iets, het lijkt me leuk om te doen en BAM, aan de slag.Zo dus ook met mijn enthousiaste...
10/04/2021

Krachtige liefde

Ik word blij van iets, het lijkt me leuk om te doen en BAM, aan de slag.

Zo dus ook met mijn enthousiaste aankondiging om meer over mijn boek te delen. In plaats van na te denken over: “Wat zou wijs zijn om te delen? Wat zeggen de feiten daarover?”
Dacht ik: “Leuk, gaan we doen!”
En vervolgens schoten mijn hersenen in een soort kramp.
“Tja, en wat deel ik dan precies?”

Korte achtergrond over het boek:
In 2019 maakte ik een lezing: “Als het lichaam praten kon.” Over de wijsheid van ons lichaam, over klachten en de richtingaanwijzer die deze kunnen zijn in ons leven.
De diepere laag of achtergrond van klachten.
Daar had ik zoveel goede inhoud over, dat het zonde was om daar na de lezing niets mee te doen.
Ik wist alleen nog niet wat.

Eind 2019 had ik, wederom in de opwelling: “Lijkt me leuk, gaan we doen”, mij opgegeven voor een zintuigelijke schrijfwandeling bij Christine Pannebakker.
Daar kreeg ik, op één van mijn verhalen, applaus.
Er werd die middag een onverwacht vuur aangewakkerd.
Ik belde Christine en vroeg haar of ik van de tekst van mijn lezing een boek kon maken?
Ja, natuurlijk. Begin 2020 begon ik met schrijven.
Het moest een mix worden van mijn persoonlijke verhaal, mijn kennis over het menselijk lichaam, de samenhang met klachten en alle achterliggende theorie die ik in de loop van de jaren daarover had uitgezocht en ervaren.
Toen de wereld en mijn praktijk op slot moesten, kreeg ik de gelegenheid om meer en meer te schrijven.

Afgelopen november kwam de eindstreep in zicht.
Bij Christine aan de koffietafel was daar haar uitspraak:
“Françoise, het is een goed boek, máár… Je kunt nóg beter. Er zit een ander verhaal achter dit verhaal en volgens mij moet jij dát vertellen.”

Wat ik hier en nu met je wil delen:
Weet je? Eigenlijk wist ik het al. Vanaf het begin was duidelijk, dat ik een ander verhaal moest vertellen. Dieper, eerlijker, kwetsbaarder. Een verhaal waarin ik mijn ziel moest blootgeven. Helemaal naakt in de wereld durven gaan staan en te zeggen: “Dit ben ik.” En vooral: “Dit is mijn verhaal.” In alle facetten. De mooie, de minder mooie. Dat wat er van nature mag zijn en dat wat vanuit de cultuur wordt onderdrukt. De weg uit de onderdrukking, staan voor wie je bent. En vooral ook: mijn vrouwelijke kracht om bij te dragen aan een nieuwe wereld.

Een verhaal om te inspireren:
De wereld om ons heen is zo aan het veranderen. Er is zoveel behoefte aan werkelijke verbinding, met onszelf en met de ander. Oude structuren werken niet meer. Hoogste tijd voor nieuw leiderschap met een grote rol voor vrouwen en vrouwelijke kwaliteiten. Leiderschap vanuit verbinding, in plaats van vanuit macht en dominantie.

Mijn beider oma’s zeiden: “Wat een man kan, kan jij ook, én beter!”
Toch was feminisme een vies woord bij ons thuis. Ik kreeg het gevoel te veel vrouw te zijn. Te veel een eigen mening. Te vastberaden. Dit beïnvloedde me enorm.
Ik vertelde mijzelf dat ik volgzamer, handelbaarder, minder uitgesproken moest zijn. Ik probeerde mij in dat keurslijf te dwingen.
De weg uit dat ingesnoerde korset was moeizaam en vooral ook eenzaam, pijnlijk en confronterend.
Natuurlijk waren er helpers op mijn pad. En die had ik nodig om mijn weg te vinden.
Met mijn boek hoop ik een helper op iemands pad te zijn. Een helper voor de vrouwen die aan alles voelen dat het anders kan, die anders willen. Vrouwen die van binnen anders zijn, dan wat ze nu leven.

Dat vrouw zijn mag staan voor zoveel meer dan volgzaam en gedwee.
Dat we allemaal op onze eigen manier onze krachtige en unieke zelf mogen worden.

De leider mogen zijn in ons eigen leven. Op welke manier dan ook.

Dat je alles mag zijn.

Vrij en voluit!

De Te Veel VrouwDaar is ze... De "te veel" vrouw. Degene die te veel liefheeft, te diep voelt, te vaak vraagt, te veel v...
07/04/2021

De Te Veel Vrouw

Daar is ze... De "te veel" vrouw. Degene die te veel liefheeft, te diep voelt, te vaak vraagt, te veel verlangt.

Ze neemt teveel ruimte in beslag, met haar gelach, haar rondingen, haar eerlijkheid, haar seksualiteit. Haar aanwezigheid is zo hoog als een boom, zo immens als een berg. Haar energie neemt elke hoek van de kamer in beslag. Allesomvattend.

Ze veroorzaakt tumult met haar aanhoudende verlangen, te veel willen. Ze verlangt veel, wil alles: te veel geluk, te veel tijd alleen, te veel plezier. Ze zal door de donkerte, de woeste rivieren en het hellevuur gaan om het te pakken te krijgen. Ze riskeert alles om de verlangens van haar hart en lichaam te vervullen. Dit maakt haar gevaarlijk.

Ze is gevaarlijk.

En daar gaat ze, die "te veel" vrouw, die mensen teveel laat nadenken, teveel voelen, teveel laat zwijmelen. Zij, met haar pure woorden en een zelfverzekerdheid in de manier waarop ze zichzelf draagt. Ze, met de diepe lach vanuit haar buik, haar onverzadigbare wens het leven te proeven en haar vurige hartstocht.

Oh, die "te veel" vrouw... Te luid, te levendig, te eerlijk, te emotioneel, te slim, te intens, te mooi, te moeilijk, te gevoelig, te wild, te intimiderend, te succesvol, te dik, te sterk, te politiek, te vrolijk, te behoeftig, te veel.

Ze zou eigenlijk een beetje moeten indammen, een paar stappen terug doen. Aanpassen. Iemand zou haar moeten terugzetten op een respectabelere plaats. Iemand zou haar moeten vertellen wat haar plek is.

Dus hier ben ik.
De Te Veel Vrouw, met mijn te tere hart en mijn te veel emoties.

Een levensgenieter, feministe, plezierzoeker, liefdesbrenger. Ik wil veel: gerechtigheid, oprechtheid, ruimte, gemak, intimiteit, zelfontplooiing, respect, gezien worden, begrepen worden, je onverdeelde aandacht en dat je je aan je beloften houdt.

Ik word veeleisend genoemd omdat ik weet wat ik wil en intimiderend vanwege de ruimte die ik inneem. Ik ben egoïstisch genoemd omdat ik van mezelf houd.

En toch... Ik sta op. Toch wil ik. Voel ik. Vraag ik. Riskeer ik. En neem ik ruimte in beslag.

Ik moet.

Wij, de Te Veel Vrouwen, worden al eeuwenlang met uitroeiing bedreigd - men is zo bang voor deze vrouw, doodsbang voor haar grote aanwezigheid, voor de manier waarop ze leeft en de waarheid van haar gevoelens respecteert. We hebben geprobeerd de Te Veel Vrouwen te verstikken, in onze zusters, in onze vrouwen, in onze dochters. En zelfs nu, zelfs vandaag nog, schaamt de Te Veel Vrouw zich voor haar grootsheid, voor haar gebrek aan kalmte, voor haar gepassioneerde karakter.

En toch… Ze gedijt.

In mijn eigen wereld en voor mijn eigen ogen, ben ik getuige van de opkomst en omarming van de Teveel Vrouw. Als je ooit ‘te veel’ of ‘overdreven emotioneel’ bent genoemd, ben je waarschijnlijk een Teveel Vrouw. En als je dat bent… Ik smeek je om alles wat je bent te omhelzen. Alles. Van je diepte tot je uitgestrektheid; om jezelf niet in te houden en jezelf, je grootsheid, je uitstraling nooit in de steek te laten.

Vergeet alles wat je hebt gehoord, je teveel-zijn is een geschenk.
Oh yes, eentje die kan genezen, aanzetten, bevrijden en recht naar de kern van dingen kan gaan.

Wees niet bang voor dit geschenk, en doe er voor niemand afstand van. Je teveel-heid is magie, het is een medicijn. Het kan de wereld veranderen.

Dus alsjeblieft, Te Veel Vrouw. Verwonder. Vraag. Zoek. Verlang. Beweeg. Doe. Voel. Zeg. Ben.

Maak je golven.
Ontsteek je vlam.

Sta alsjeblieft op.
We hebben je nodig.

(Vrij naar: The Too Much Woman van Ev’Yan Whitney)
Foto: Efes

“Ik vind Kaag geen vrouw maar ieder zijn of haar eigen ding.”“Een vrouw is mijn optiek empatisch, gevoelig en ergens zor...
06/04/2021

“Ik vind Kaag geen vrouw maar ieder zijn of haar eigen ding.”
“Een vrouw is mijn optiek empatisch, gevoelig en ergens zorgzaam.”

Van een tijdlijn geplukt ergens bij mijn FB-vrienden (niet degene die het onderwerp aansneed overigens).

Het ging over het feit dat Hans Wiegel in een interview Sigrid Kaag een “lastige vrouw” had genoemd. Waar Stella Bergsma vervolgens een shirt van liet maken. (Ik hou ervan!)
Want als er één vrouw lastig is dan zijn we dat allemaal tenslotte.

Datzelfde zag ik de dag na Internationale Vrouwendag gebeuren in een Facebook groep (met 16000 vrouwen) waar ik medebeheerder van ben. Hadden we op 8 maart de hele dag de meest weergaloze posts over ‘vrouw zijn’ en de noodzaak elkaar te steunen en te bekrachtigen. Zag ik de volgende dag (mind you, dus, nog geen 24 uur later) een groot deel van de groep he-le-maal losgaan op een post waarin er aandacht werd gevraagd voor het seksisme waar vrouwen (op weg of aan de top) mee te maken krijgen.
Over “die vrouwen zijn manwijven”, “die vrouwen zijn geen vrouw”, “die vrouwen hebben er zelf om gevraagd”, “die vrouwen zijn zelf ook niet schoon”.

Mijn mond zakte open. Mijn god, is dit wat vrouwen anno 21ste eeuw doen? Twee feministische golven verder en we lijken nog steeds niet verder te komen dan een flink robbertje “krabbenmand”.
Zodra je boven het maaiveld uitsteekt, word je neergehaald op je ‘vrouw zijn’.

Brigitte Kaandorp zegt in haar voorstelling ‘Neem geen kind’; “Applaudisseer naar moeders die je ziet met een kind op de fiets”. De sketch is weergaloos herkenbaar, over de struggle die je hebt om als moeder überhaupt van huis te kunnen.
Applaudisseren we voor vrouwen die op een andere manier iets proberen te bereiken? Die wellicht naast (of zonder) moederschap, andere ambities hebben? Applaudisseren we voor de Sigrid Kaags en de Silvana Simonsen van deze wereld, die proberen zaken te veranderen? Of moeten de ‘voorbeeld vrouwen’ passen in het ‘voorbeeld plaatje’ wat we zelf in ons hoofd hebben?
Het plaatje wat door jarenlang patriarchaat in ons onderbewuste zit vastgelijmd? Dat we als vrouwen incompetent zijn, tenzij het over het moederschap gaat? Tenzij het over de zorgzame, gedweeë, volgzame en vooral niet te lastige vrouw zijn gaat?
Zeg ik daarmee dat we op basis van ons geslachtsdeel een voorkeurs behandeling verdienen?
Nee. Wat ik wil zeggen is dat je mensen kiest op basis van hun competenties. Punt. Niet meer en niet minder. Het vooroordeel over vrouwelijke competenties is groot. De patriarchale structuur van onze samenleving bestaat tenslotte nog steeds. Het is blijvend noodzakelijk om onszelf als competente vrouwen neer te zetten. Dat we durven laten zien, waar we goed in zijn, ongeacht ons geslacht.
We zijn niet allemaal gelijk, maar wel gelijkwaardig.
Vrouwen die andere vrouwen neer halen, mogelijk op basis van het feit dat deze vrouwen iets anders nastreven in het leven dan henzelf? Dat gedrag vind ik onbegrijpelijk.

Feminisme hoort niet populair te zijn. Het is bedoeld om diepgewortelde sociale structuren aan te vallen waar mensen zich, uiteraard, aan willen vastklampen. Als de enige standpunten die je ooit inneemt de standpunten zijn waarvan je weet dat iedereen het met je eens zal zijn, dan verander je de wereld niet. (bron onbekend)

Als we willen dat de positie van de vrouw verandert, naar een gelijkwaardige positie, begint dat altijd bij jezelf. Welke overtuigingen over ‘vrouw zijn’ en (vooral) welke aannames over wie je daardoor wel of niet kunt zijn hang je daaraan op?
Moedig jij vrouwen aan, die iets anders nastreven dan jij?
Of laat je je dan toch ontvallen: “dat jij er nooit voor zou kiezen, maar dat je haar het allerbeste wenst?”

Vanmorgen trof ik hetzelfde type opmerkingen bij een verhaal van een vrouw die op haar werk was gebeld door de kinderopvang. Haar kind leek onder de blauwe plekken te zitten. Bleek het om een nieuw, ongewassen spijkerbroekje te gaan dat had afgegeven.
Harde reacties: “Ik zou het niet kunnen hoor, mijn kind naar de opvang brengen.”
“Ik laat mijn kinderen nóóit ongewassen nieuwe kleiding dragen.”
“Weet je wel hoeveel chemicaliën daarin zitten?”

Het raakt mij in mijn hart.

Applaudisseer eens voor de vrouwen die juist die dingen doen die jij nooit zou doen. Realiseer je dat zolang je niet in hun schoenen hebt gelopen je geen enkele weet hebt van de drijfveren. Welke dromen, idealen en verlangens deze vrouwen hebben. Waar hun hart sneller van gaat kloppen.

Ik ken Sigrid Kaag niet, ik ken Sylvana Simons niet, ik ken alleen het geschetste beeld van deze vrouwen in de media. Wat ik denk te herkennen, zijn vrouwen die een droom hebben, een visie hebben of een ideaal hebben en deze nastreven. Doet het er toe of ik het daar mee eens ben? Zitten deze vrouwen te wachten op de zoveelste ‘vrouw met een mening’ en dat ik deze (op oer-Hollandse wijze) ongenuanceerd aan hen wil verkondigen?
Denk eens aan de keren dat iemand iets van jou vond. Wilde je toen niet graag uitleggen wat je motivatie was? Wilde je toen niet vertellen waarom jij vond dat je het juist zo moest doen?
Ik ken die momenten wel. Dat een andere vrouw mij een mening in mijn schoenen schoof over mij en ik er soms op gebrand leek uit te willen leggen wat mijn zienswijze was, wat mijn bedoeling was. Hielp dat? Vaak niet.

Dus heeft dit betoog zin? Waarschijnlijk niet.
Verander ik in mijn eentje de wereld? Waarschijnlijk niet.
Wil ik schudden aan die boom? Jazeker.
Wil ik dat vrouwen uit hun schulp komen? Jazeker.
Wil ik die vrouwen die weten en voelen dat ze het anders willen, maar zich daarin alleen voelen, steunen en aanmoedigen? Jazeker.
Is het nodig om daarin ‘vrouw zijn’ te benoemen? Jazeker.
Is ‘vrouw zijn’ het enige criterium? Nee.

Het gaat over competentie.
En het wordt tijd dat we die laten zien.
Vrouwen én mannen (en alles daartussen in)

“Hoe groter de bel, hoe groter de del.”Gisteren had ik een fotoshoot, voor de achterflap van mijn boek.Een van de dingen...
02/04/2021

“Hoe groter de bel, hoe groter de del.”

Gisteren had ik een fotoshoot, voor de achterflap van mijn boek.
Een van de dingen die ik belangrijk vond voor die foto, is dat het wel ‘mij’ is. Niet een gelikt statieportret, maar ‘gewoon’ zoals ik ben.

Grote oorbellen is daar een van.
En dat heeft natuurlijk een verhaal.
Vroeger dacht ‘men’ heel vaak dat ik een jongen was. Ik klaagde erover bij mijn moeder. En vroeg haar meermaals: “Mag ik gaatjes in mijn oren?”
Het antwoord was steevast: “Dat is verminking van je lichaam.”
Oftewel, nee.

Tot die ene middag. We gingen samen bij een plaatselijke autoverkoper kijken naar een ‘boodschappenwagentje’ voor mijn moeder. En ik mocht mee.
We stapten binnen in de met glas omgeven ruimte, gewassen grindtegels op de vloer, schoonmetselwerk op de achtergrond, de geur van autopoets hing in de lucht. Diverse tweedehandsauto’s blonken ons tegemoet. De verkoper gekleed in spijkerbroek, smetteloos overhemd, maar met een colbert met vale schouders, liep handen wrijvend en met een grote glimlach op ons af.
“Goedemiddag mevrouwtje, waarmee kan ik u van dienst zijn?”
Hij leidde ons naar het zwarte skai lederen zitje in het midden van de showroom.
“Kan ik u wat te drinken aanbieden?”
Toen kwam het:
“En wat wil uw zoon drinken?”

De blik van mijn moeder was onbetaalbaar. Ze keek van de autoverkoper naar mij, weer terug naar de autoverkoper, weer naar mij.
“Nou ja, zeg…” was het enige wat ze uit kon brengen.
Het duurde nog een paar seconden, voordat ze mij ferm bij de hand pakte en zei; “We gaan!”
De glimlach van de autoverkoper bevroor op zijn gezicht. Ik zag hem vertwijfeld naar ons kijken terwijl we de showroom uit snelden.
Zo hard als het boodschappenwagentje wat mijn moeder op dat moment bezat kon rijden, scheurden we naar de plaatselijke juwelier.
“Kunt u gaatjes in haar oren schieten?”
“Natuurlijk.”

Ik weet nog hoe mijn gezicht, net als mijn oren, nadien glommen van trots.
Vanaf dat moment heb ik jarenlang de meest uitzinnige oorbellen gedragen die ik kon vinden.

Tegenwoordig is het wat minder, want kleine kinderen vinden dit soort dingen bijzonder interessant om hard aan te trekken.
Maar gisteren bij de fotoshoot heb ik de grootste oorbellen gedragen die ik in mijn assortiment heb.
En wederom glom ik van trots.

(Dank je wel Petra van Vliet voor je prachtige foto’s!!)

27/03/2021

Tijdens de eerste lockdown vroeg mijn vader: “Kun je nog een beetje aan het werk blijven?”
“Nou”, zei ik toen, “ik ben druk aan het schrijven.”
“Nee, ik bedoel werken”, was zijn antwoord.

Inwendig moest ik lachen. Want zo heb ik het zelf ook lang gezien. Iets leuks voor erbij. Maar denk nu niet dat je ineens een schrijfster bent. Je bent ‘gewoon’ een fysiotherapeut, die het leuk vind om te schrijven. Dat dus.
Toch is het inmiddels veel meer geworden dan dat. Dan een leuk projectje. Tijdverdrijf of hobby.

Mijn boek heeft een boodschap. Een boodschap waarvan ik graag zou willen dat die zoveel mogelijk mensen bereikt.
Mijn boodschap gaat over de leider worden in je eigen leven.
Over die dingen doen die voor jou belangrijk zijn. Los van (maatschappelijke) verwachtingen. Want die kunnen als een knellend korset aanvoelen. Als strakgetrokken teugels. Als beperking. Als handrem.

Mijn boek begon vanuit de wens mijn inzichten als fysiotherapeut te delen (maar is uitgegroeid tot veel meer dan dat). Over ons lichaam en hoe klachten een symboliek hebben. Hoe klachten een richtingaanwijzer, een kompas kunnen zijn, in ons leven. Om ons de weg te wijzen naar ‘heling’. Niet alleen van de fysieke klacht, maar ook van het onderliggende, dieper gelegen probleem. Lichaam en geest zijn niet gescheiden. Die leus ken je vast wel. Maar hoe werkt dat dan in jouw lichaam? En hoe kun je die boodschappen leren (her)kennen?

Een voorbeeld uit mijn eigen ervaring:

“Ik sta aan de vooravond van een belangrijke trainingsdag. De trainster komt bij mij een hele dag werken aan mijn sprekersvaardigheden. De hoge druk om goed te willen presteren is de afgelopen dagen al duidelijk voelbaar in mijn lichaam. De signalen dat ik het erg spannend vind zijn, op vele manieren, zichtbaar geworden. Ik heb een aantal emotionele confrontaties met mensen om mij heen en ook de kinderen lijken drukker en meer aanwezig. Er lijkt van alles mis te gaan. De oppas zegt, hoewel ruim van tevoren, af. Ik kan geen nieuwe oppas vinden, tenminste, de enige oppas die zou kunnen is de oppas waar mijn kinderen niet graag naar toe gaan. Het lijkt alsof ‘het universum’ mij signalen geeft dat het niet de juiste tijd of de juiste plaats is. Ik zie alle strubbelingen als een teken om mij terug te moeten trekken. Ik probeer de trainingsdag te verplaatsen, maar beland in een zeer emotionele confrontatie met mijn trainster.
Het gaat over ruimte innemen, keuzes maken, zelfleiderschap tonen en verantwoordelijkheid dragen. Het raakt aan alles wat ik lastig vind. Mijn eigen plek innemen, die ik zo vaak denk te moeten opofferen voor het welzijn van mijn gezin. Het ambitieus mogen zijn, terwijl ik bang ben mijn kinderen te kort te doen. Het huilen staat mij nader dan het lachen. Het zijn de pijnlijke en, vaak, niet geziene confrontaties met mijzelf die bepalen of ik succesvol ben of niet. Durf ik door te gaan? Durf ik te zeggen dat dit is wat ik graag wil? Durf ik erop te vertrouwen dat mijn kinderen ook bestand zijn tegen een dagje met een oppas die ze niet zo leuk vinden? Durf ik mijn eigen verlangen lucht te geven? Mag ik, naast moeder, ook nog de ambitieuze Françoise zijn die haar boodschap graag de wereld in wil brengen? In hoeverre is de ‘nee’, die ik denk te horen vanuit het Universum, eigenlijk niet gewoon mijn eigen saboteur?

Ik neem het mijn trainster kwalijk dat ze er zo’n punt van maakt. Ik mopper en tandenknars, het sputtert behoorlijk in mij. Ik vind het stom, onaardig en nog veel meer onaangename gevoelens passeren de r***e. Als het zo moet, hoeft het voor mij niet meer. Maar ik wil ook niet afhaken, ik wil mijzelf niet laten kennen en bereid mij zo goed en zo kwaad als het gaat voor op de komende trainingsdag.
Die avond besluit ik al wat voorbereidingen te doen voor de lunch van de volgende dag. Eten koken geeft mij rust en lijkt vaak een meditatieve uitwerking te hebben. Ik wil notenbrood bakken, waarvoor ik de noten, bij gebrek aan een keukenmachine, met een staafmixer vermaal. Helaas blijven de noten regelmatig aan de rand van de mixer hangen, waardoor het vermalen minder goed gaat en ik deze notenpasta met mijn vinger moet verwijderen. De eerste keren ontkoppel ik de staafmixer nog van de motor om dit werkje te doen maar, op het moment dat mijn dochter bij mij komt staan, laat ik mij afleiden en zet ik, onbewust terwijl ik met mijn vingers de vermalen noten aan het weghalen ben, de staafmixer aan. De staafmixer doet zijn werk goed en mijn linker wijsvinger ziet er fors gehavend uit. De adrenaline giert gelijk door mijn lijf, mijn vinger bloedt aanzienlijk, ik voel hoe mijn voorhoofd klam wordt. De kinderen kijken mij ontsteld aan en ik voel hoe ik bang ben voor de gevolgen van dit moment van onoplettendheid.
Jaren geleden ben ik eens met iemand naar het ziekenhuis geweest die hetzelfde had gedaan als ik nu deed. Ik heb mij al die jaren afgevraagd hoe ze dit in hemelsnaam voor elkaar had gekregen. Je stopt tenslotte toch niet zomaar je vinger in een staafmixer? Bij deze heb ik het antwoord.
Later op de avond als de kundige dokters van de huisartsenpost kun werk hebben gedaan en de schade mee lijkt te vallen, zoek ik in mijn boeken de betekenis op.
De wijsvinger gaat over ‘ik’, over mijn ego, over mijzelf laten zien. Het is de vinger waarmee ik kan wijzen naar mijzelf of naar de ander, aandacht kan vragen, kan (ver)oordelen en autoriteit kan uitstralen. De linker kant van mijn lichaam is de kant van het vrouwelijke, van zachtheid, vertrouwen, ontvangen en creatief zijn.
Met de prestatiedrang en hoge eisen die ik aan mijzelf stelde en de angst en onzekerheid die ik had over mijn kwaliteiten als moeder, mens, partner en vooral ook spreker, heb ik mijzelf dus ‘in de vingers gesneden’. Mijn lichaam laat mij weten dat ik meer in zacht en ontvankelijk mag worden, mag vertrouwen op mijzelf en op wat er gaat komen. Ik hoef niet te wijzen naar de ander of naar mijzelf.
De ironie van mijn witte, fors ingepakte, wijsvinger doet mij hardop grinniken. De wijsheid van mijn lichaam is een onuitputtelijke bron. Het is nu haast onmogelijk geworden om het niet te zien. De gehele trainingsdag beweegt de witte vinger als een witte vredesvlag door mijn gezichtsveld, mij herinnerend aan zacht, ontvankelijk en vrouwelijk. Aan kwetsbaar en toch krachtig zijn. Aan de wijsheid van de wond, als plaats waar het licht uit ontstaat. De trainingsdag wordt uiteindelijk een van de meest transformerende dagen uit mijn leven. Het innerlijk werk en de inzichten vanuit die dag hebben daarna een blijvende verandering aangebracht in mijn gedachtegoed en het innemen van mijn plek.”

Om weer een leider te worden in je eigen leven is het belangrijk om weer te leren voelen. Om niet alleen vanuit je hoofd te leven, maar ook te durven voelen wat er gevoeld of gezien wil worden. En dan vooral de dingen die je liever niet wil voelen. Kun je comfortabel worden met het oncomfortabele? Om even wat ‘therapietaal’ erin te gooien: Kun je ‘aanwezig blijven’ bij de minder aangename gevoelens?” In plaats van er voor weg te lopen?
Voor mij gold dat ik liever hard wegrende of mij verloor in allerlei afleidingen om de ongemakkelijke dingen in mijn leven maar niet te hoeven voelen. Mijn lijf moest mij daarom steeds duidelijkere signalen geven om tot mij door te dringen.
Ik vergelijk het ook wel eens met het lampje op het dashboard van de auto. Als er een lampje gaat branden, laat ik de auto vaak snel nakijken. Maar als de monteur dan alleen het lampje stuk slaat en niet het onderliggende probleem verhelpt, ben ik niet blij. Zo ging ik wel met mijn lichaam om. Ik nam een paracetamolletje (of twee) en vond dat ik er weer tegen moest kunnen. Totdat de motor echt begon te haperen. En ik gedwongen werd naar mijn motor te kijken en te ontdekken wat er nu werkelijk aan de hand was.
Door mijn werk als fysiotherapeut heb ik geleerd en gezien dat ik daarin niet de enige ben. Die leerschool hoop ik te kunnen overdragen in mijn boek.

Mocht je eerder al eens met mij willen kijken naar wat jouw klachten jou wellicht te vertellen hebben, dan nodig ik je natuurlijk van harte uit om contact met mij op te nemen.

08/03/2021

“Mama?”

“Ja?”

“Vandaag is het Inter.. Inter.. Een dag voor alle vrouwen!”

Stralend kijkt ze mij aan.

“De juf vertelde, een dag speciaal voor alle vrouwen, omdat wij bijzonder zijn, speciaal, en er zijn nog steeds veel vrouwen die pijn hebben en verdriet en die geslagen worden, zomaar…”

Bedroefd kijkt ze naar beneden.

“Ik vind dat niet leuk, mama.”

We staan stil. Ernstige ogen kijken mij aan.

“Kunnen ze niet bij ons komen wonen? Bij ons is het fijn en leuk en gezellig. Dan hebben ze geen verdriet meer.”

Ik zou willen dat het zo simpel was, dacht ik. Ik zou willen dat ik je kon zeggen dat het 365 dagen per jaar een feestdag is voor vrouwen. Dat we elkaar, iedere dag, aanmoedigen, steunen, bewonderen en vooruit helpen. Dat we de prestaties van de vrouwen om ons heen roemen. Dat we trots voelen. Op ons vrouw zijn en op de vrouwen om ons heen. Dat we als zusters zijn. Ook zonder bloedband. Dat we allemaal uit dezelfde bron komen. Dat Moeder Aarde ons allemaal voedt en liefheeft. Dat onderscheid en glazen plafonds slechts een vage herinnering zijn uit het verleden. Dat er geen landen meer zijn waar het leven van een vrouw niks waard is. Dat vrouwen nergens meer mishandelt, uitgebuit, verkracht en gevangen gehouden worden, enkel omdat ze vrouw zijn. Dat je alles kunt worden wat je maar wilt. Dat een X of een Y, daar geen enkele invloed op heeft.

Dat ik haar niet hoef te leren waar ze voorzichtig mee moet zijn. Dat ze mag aantrekken wat ze wil. Dat ze mag doen wat ze wil. Dat ze mag zijn wie ze is. En aan niemand daarvoor verantwoording hoeft af te leggen, behalve aan haarzelf. Dat ze houdt van zichzelf zoals ze is en dat ze weet wat ze waard is en vooral, dat ze daar voor blijft staan. Dat ze zich niet hoeft te conformeren aan overtuigingen over vrouwen en maatschappelijke verwachtingen.

Dat een feminist geen vies woord is. Niks te maken heeft met; “vrouw met grote waffel”, “haar op je tanden”, “meedogenloos wijf”, “manwijf” enzovoorts. Dat de wereld nood heeft aan krachtige vrouwen. Aan vrouwen die zichzelf durven uitspreken. Die opstaan voor waar ze in geloven. Die hun heilig innerlijk vuur door niemand laten doven. Die het licht zijn in duisternis. Die geloven in zichzelf en daarmee andere vrouwen toestemming geven datzelfde te doen.

En ondanks dat ik dat haar, vandaag, met haar 6 jaar, nog niet allemaal vertelde, betekent niet dat ik dat haar niet ga zeggen. Zoals mijn oma’s mij stimuleerden en motiveerden, zoals mijn moeder mij liet zien wat de kracht is van een leeuwinnenhart, zo zal ik ook mijn dochters uitnodigen om hun vrouw zijn te leven zoals zij dat willen.

Ik vier vandaag mijn vrouw zijn, samen met mijn dochters.

Here’s to strong women,
May we know them,
May we be them,
May we raise them.

De landkaart van mijn lichaamMijn lijf en ik, wat een reis hebben we samen al gemaakt. Lang was het een machine, als (su...
01/03/2021

De landkaart van mijn lichaam

Mijn lijf en ik, wat een reis hebben we samen al gemaakt. Lang was het een machine, als (sub)topsporter was mijn lijf “slechts” een instrument, wat ik met mijn wil kon besturen. Ik negeerde pijn en ongemak, luisterde niet naar haar signalen, de overwinning was het doel, ongeacht de consequenties. Harder, verder, beter en meer was de leus. Iedere dag mijn fysieke grenzen verder verleggen. Tot aan dit moment:

“In een soepele maar onomkeerbare voorwaartse vrije val smakte mijn lichaam tegen de versleten vloerbedekking. Mijn neus drong diep in het roestbruine tapijt, de rest van mijn lijf wrong zich in een onnatuurlijke, zijwaartse schroef tussen kast en bed. De scherpte van de pijn in mijn rug benam me de adem. Zelfs mijn poging tot het slaken van een noodkreet was ergens in de val verloren gegaan.
Even daarvoor was het alarm van mijn telefoon gegaan. Het geluid had mij gewekt uit de zoveelste onrustige en droomloze nacht. Ik was moe, doodmoe. De dag was nog niet begonnen, maar ik hoopte nu al op het einde ervan. Ik had mijn benen over de rand van het bed geslingerd en had getracht op te staan. Met dezelfde snelheid als ik omhoog was gekomen, was ik, als een doodmoe paard, door mijn hoeven gezakt.
Terwijl ik daar zo lag was er geen enkele activiteit meer in mijn brein. Het denken leek volledig gestopt, ook mijn lijf leek zijn functie volledig te hebben verloren. Ik luisterde, voelde, rolde met mijn ogen, probeerde mijn vingers te strekken en mijn voeten te bewegen. Terwijl ik het laatste ondernam, bracht de vlijmscherpe pijn in mijn rug mij venijnig terug naar de realiteit. Wederom werd mij de adem bijna ontnomen. Angst nam bezit van mij. Er was iets goed mis.

Dit moment. Deze vrije val, op een ogenschijnlijk doodnormale, doodgewone en doordeweekse lenteochtend in april, terwijl de eerste zonnestralen tussen de gordijnen naar binnen kropen en de vogels luidruchtig hun lied zongen, was voor mij de anticlimax. Een, op dat moment, angstaanjagend dieptepunt, als indrukwekkend einde van een manier van leven zoals ik tot dan toe kende.
Met de gratie van een bokser die tegen de vlakte gaat, was ik op het hoogpolige tapijt gesmakt.
Deze apotheose, op die bewuste ochtend, markeert het begin van een levens veranderende reis. Het is het startpunt gebleken. Hoewel het op dat moment het einde leek, bleek het een begin.
Zoals zo vaak zit in het einde ook juist een nieuw begin.

Mijn lichaam had al maanden zachtjes tegen mij gepraat. Het had gesproken in een taal die ik vergeten leek te zijn of die ik niet meer goed kon verstaan. Ik had verschillende pijntjes in mijn lichaam gekregen. Het was begonnen met een pijnlijke heup, daarna een zere schouder, een ontstoken duimgewricht. Elke keer had ik een manier gevonden om de signalen te negeren. Ik nam een pijnstiller, bleef een dagje thuis. Ik nam nog een pijnstiller. Een iets sterkere deze keer. Als ik drie pijnstillers op een dag nam, kon ik best nog goed functioneren. Dat ik er minder goed door sliep was bijzaak. Zo sloop ik langzaam van het ene probleem in het volgende. Totdat er voor mijn lijf niks anders opzat dan tegen mij te schreeuwen. Dat het nu echt tijd was om iets anders te doen. Dat het hoog tijd werd om aandacht aan mijzelf te geven. Mijn eigen grenzen kon ik al heel lang niet meer voelen, wellicht had ik ze eigenlijk überhaupt nooit gevoeld. En daar, op dat moment, zei mijn lichaam NEE. Het zei “nee” voor mij. Het sprak de NEE die ik zelf al heel lang niet meer kon zeggen. Het zei “nee, tot hier en niet verder, ik kan niet meer”.

Die signalen waren waarschuwingssignalen gebleken. Die ik consequent genegeerd had. Waar ik geen aandacht en tijd aan had willen besteden omdat ik dacht belangrijkere dingen te doen te hebben dan mijn druk te maken over mijn gezondheid.
Enigszins arrogant had ik gedacht dat ik daar boven stond, dat de wetten van de natuur niet voor mij golden. Dat ik geen rust nodig had, dat ik dat wel kon uitstellen tot nader order omdat het nu niet uitkwam. Ik was tenslotte afgestudeerd fysiotherapeut, dus ik wist beter dan menigeen hoe het lichaam werkte. Daarnaast had ik ook een groot vertrouwen in mijn lichaam, ik dichtte het uitzonderlijke sterkte toe. Na mijn topsport jaren wist ik hoe sterk en trainbaar mijn lichaam was. Boven alles dacht ik dat mijn geest boven de materie stond. Dat wanneer ik vanuit mijn geest het maar graag genoeg wilde, mijn lichaam als een machine zou volgen.
Echter had mijn lichaam mij een overduidelijke niet mis te verstane boodschap gegeven die mij volledig stilzette en mij liet stilstaan bij de plek waar ik op dat moment in mijn leven was. Dat ik om mij heen keek en dacht: ‘Wie en waar ben ik? En is dit eigenlijk wel de plek waar ik wil zijn?’”

Ik heb ver gereisd, gezocht en gevonden. En net zo snel weer verloren. Mijn lichaam is mijn enige thuis, mijn tempel, de fysieke bron waar mijn ziel in leeft, waar mijn vuur in kan ontbranden en waar mijn hart het pulserende ritme van Moeder Aarde slaat.
Mijn lichaam is mijn kompas geworden, ik heb leren vertrouwen op haar guidance.

Welke plek wil je nog veroveren? vroeg Christine.
Daarom deze landkaart, de woorden van mijn innerlijke criticus zijn nog vaak negatief, vooral bij tegenslag. Spreekt deze hard en meedogenloos de woorden die ik ooit hoorde. Dát mag ik veroveren, het land van de liefdevolle woorden over mijzelf. Mijn lijf is zoveel meer geworden dan een machine, ze is zoveel zachter, liefdevoller, warmer en koesterender dan dat. Nu ik in de afgelopen maanden de woorden van mijn leven schrijf, de magie en de kracht van woorden tot in elke vezel van mijn zijn voel en we hier alles van onszelf mogen claimen, fluister ik de harde criticus de liefdevolle woorden in haar oor. En schrijf ik nieuwe woorden op en over mij, in kleurrijke letters op het canvas.

(En ik had mijn doek per ongeluk op de eetkamer tafel laten liggen, mijn 3 kinderen hebben er tekeningen bij gemaakt, het raakte mij enorm, de kleurrijke regenbogen en hart van mijn dochter van 5, mijn jongste dochter van 3 tekende “mama en ik”, mijn zoon van 7 tekende zichzelf en zijn 2 zusjes bij het vuur)

Adres

Benschop

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer De Alfavrouw nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Contact De Praktijk

Stuur een bericht naar De Alfavrouw:

Delen

Share on Facebook Share on Twitter Share on LinkedIn
Share on Pinterest Share on Reddit Share via Email
Share on WhatsApp Share on Instagram Share on Telegram