08/11/2025
Ik ken zelfafwijzing.
En door samen te reizen met anderen zie ik hoe moedig het is om naar binnen te reizen: in pijn en verwarring, patronen te doorbreken en te herinneren wie je werkelijk bent.
Het rauwe daarvan vind ik eigenlijk wonderschoon.
Het is de schorpioen in mij die in de dood de wedergeboorte vindt.
Ik ontmoet het verlangen naar thuis—niet naar een toekomstig ideaal, maar naar aanwezig zijn - het landen hier op aarde.
Waar zelfafwijzing delen van jezelf afkeurt, is zelfhaat een allesomvattende vijandigheid in jezelf. Het is de kanker van worden vergeleken en beoordeeld, daar waar het zachte, creatieve en kwetsbare is afgekeurd.
Zelfhaat is collectief; ons lichaam draagt wat de wereld ademt.
Het is geen gedachte alleen; het stroomt door je lichaam: het is de knoop in de maag, spanning in de schouders, druk op de borst. Het zijn de ingesleten paadjes in ons brein. Iets wat wegduwt zichzelf klein en strafbaar maakt.
Én de intense wilskracht om dit mentaal te beheersen.
Ik ken dat én het meer thuis zijn, vond ik dieper in het lichaam.
In het innerlijke landschap van ons jonge zelf: de eerste afwijzing, de eerste ontmoeting met het leven, een bedding die afwezig, bang, in rouw en pijn of kritisch was, een omgeving die niet kon dragen of zien wat jij - als sensitief wezen- werkelijk ervaarde.
Het kind begrijpt het niet en neemt de pijn op zich: “Ik ben fout, ik verdien geen liefde.” In de machteloosheid sluit het lichaam zich af, de adem vernauwt, hart en buik verkrampen. Met in onze cellen gevoelens die ooit niet gezien of verwerkt zijn: woede, verdriet, kwetsbaarheid, verlangen.
Stil, bijna onzichtbaar, maar voelbaar, in het kolken van ons bestaan.
Het is geen defect.
Het is een overlevingsstrategie.
En we doen er alles aan om de pijn die daaronder ligt te vermijden.
Voor mij maakte, na de eerste heftige releases en het bevrijden van emoties, het ontwikkelen van een innerlijke getuige een wereld van verschil.
Pauzes. Vertragen. Een bewustzijn uitnodigen dat observeert zonder oordeel.
Ik ontmoette de rivieren van regulatie: adem, beweging, gronding, stem en aanraking. Het kind en de ingeslikte emoties krijgen een plek. Niet om te veranderen, maar in de erkenning: “Ik zie je. Je mag er zijn.”
Ook in het reizen met plantmedicijnen valt mij altijd de ervaring toe dat de emmer van mijn prachtige voertuig wil worden geleegd — laag voor laag, in de schaduw en de hel, tot alleen het wezenlijke overblijft.
Zelfcompassie blijkt adem, ontspanning, verbondenheid.
Het is mezelf als mens ontmoeten en daardoor ook de ander en de wereld anders zien.
Ons diepste wens blijkt dezelfde.
En in die leegte scheen het licht. Altijd al.