14/11/2019
Onlangs ben ik geïnterviewd door Bill Banning. Het resultaat is gepubliceerd in NARTHEX. Een vakblad voor professionals / docenten levensbeschouwing en of godsdienst. Het onderwerp was deze keer ZIN(geving). Lees hier de publicatie.
Luisteren als vorm van zingeving
Gesprekken met mensen die professioneel met de dood te maken hebben
Peter Huijs
Peter Huijs was oorspronkelijk werkzaam als personeelsadviseur, maar werkt nu als uitvaartleider. Het interview met hem is verwerkt in vijf alinea’s: kunnen luisteren, levensgrote vragen, dood als taboe, oefenen in gesprekken, en oog en oor hebben voor elkaar.
Kunnen luisteren
Peter is op een wonderlijke manier in dit vak terecht gekomen: min of meer toevallig ontmoette hij in oktober 2003 de vorige eigenaar van zijn uitvaartbedrijf. Deze belde hem kort daarna op met de vraag of hij zijn bedrijf wilde overnemen: ‘Jij straalt bepaalde rust uit, jij luistert echt tijdens het praten. Dat vind ik zo mooi, gij kunt dat’. Peter beaamt dat hij luisteren heel belangrijk vindt, dat is echt een vak: ‘Ik ben echt gespitst op dingen. Dan hoor ik tijdens een gesprek iemand iets zeggen en dan denk ik: daar moet ik straks op terugkomen. Dingen oppikken van mensen, dat moet je kunnen, daar moet je voor open staan en de tijd voor nemen. Dat wordt altijd gewaardeerd’. Peter benadrukt daarbij wel de zwaarte van het vak: ‘Veel mensen beseffen niet dat je 7 x 24 uur beschikbaar moet zijn. Daar baal je wel eens van, dan ben je op bezoek bij vrienden en moet je opeens weg. Maar als je dan bij de rouwende mensen bent is dat gevoel direct over’. Daarom is het voor hem een prachtig beroep: ‘Je kunt geen dankbaarder beroep verzinnen’.
Levensgrote vragen: geen antwoorden maar respect bieden
Peter komt levensgrote vragen tegen die hem af en toe zelf ook raken. Zo had hij laatst een uitvaart van een mevrouw die 101 geworden was en altijd zelfstandig had gewoond. Het laatste half jaar werd ze ziek en moest ze haar vertrouwde huis uit en naar een hospice, iets waar zij het enorm moeilijk mee had. “Dan denk je, waarom, waarom, moet dat toch, ze heeft daar zo onder geleden”. Of die meneer die in drie maanden tijd vijf dierbaren verloor en die zich afvroeg: “Wat heb ik verkeerd gedaan? Waarom, waarom?!” Of de situatie van “een jongeman die zich voor een trein wierp, al de vierde in die familie. Dat is zo bijzonder tragisch en je vraagt je af: waarom?!”
Op die vragen heeft Peter geen antwoord: “Ik heb echt geen idee. Of daar een diepere betekenis achter zit? Ik weet het echt niet”. Dan zegt hij ook eerlijk: “Ik kan je niet helpen bij die vragen, alleen maar mijn meeleven geven. Dit lijkt me het enige antwoord dat je kunt geven. Het is soms ook zo oneerlijk, de duvel sc**jt allemaal op één hoop, de ene familie maakt van alles mee en anderen maken niks tot weinig mee”. Soms komen die vragen heel heftig naar boven, maar voor zichzelf heeft Peter de overtuiging dat je die vragen beter kunt parkeren: “Niemand heeft er iets aan wanneer je zelf overspannen wordt, dan kun je niks voor anderen betekenen”.
Peter geeft aan er dankbaar om te zijn dat hij die vragen van zich af kan zetten. Dat noemt hij de knop omzetten om vervolgens alles te doen wat hij als uitvaartleider wel kan doen: ‘We gaan zorgen dat deze mensen op een mooie manier afscheid kunnen nemen van hun dierbare. Als je hier op focust, dan kunt je iets bereiken wat je anders niet kunt bereiken’. In verband met tragische overlijdens vindt hij het ook belangrijk om geen valse troost te willen bieden. Zijn motto daarbij is: ‘Waar geen woorden voor zijn, moet je ze ook niet zoeken’. Het is beter om er gewoon te zijn voor mensen, bijvoorbeeld door ook na een uitvaart nog eens langs te gaan. Regelmatig hoort hij dat rouwende mensen ‘iets moeten’, bijvoorbeeld over hun verdriet praten. Zelf vindt hij dat de grootste onzin. Zo vertelt hij het verhaal van een oude mevrouw die enorm boos is en die zegt: ‘Ik mis mijn man enorm, en ik moet erover praten, zeggen ze, maar dat wil ik niet! Ik ga gewoon in zijn stoel zitten’. Peter vindt dat je de beleving van mensen juist moet respecteren: als iemand wil praten luister je en als iemand dat niet wil, dan moet je dat ook zo laten. Je moet elkaar namelijk de ruimte geven op je eigen manier te rouwen, want dat doet iedereen immers anders, zo is Peters mening.
Dood als taboe
Volgens Peter is het taboe van de dood nog echt niet af. Veel mensen vinden het moeilijk om met dit soort dingen om te gaan. Zo merkte hij een aantal jaren geleden dat goede kennissen zijn vader van 69 uit de weg gingen omdat hij ongeneesbaar ziek was verklaard. Bovendien heeft hij de indruk dat het er niet altijd beter op wordt: “Naarmate de samenleving meer een ik-samenleving wordt, zitten mensen steeds minder op dit soort moeilijke situaties te wachten. Het mag alleen maar leuk zijn”.
Oefenen in gesprekken
Wat Peter opvalt in een aantal gevallen van zelfdoding bij jonge mensen is dat ‘dat vaak jonge mensen zijn die een hele grote vriendenkring hebben, fysiek en / of op facebook-instagram. Zo zat een jongen in de kroeg met een hele grote club mensen om zich heen, wel 40 à 50 vrienden. Hij ging naar huis, naar boven, en even later ging hij naar het spoor… Wel had hij nog een afscheidsbrief geschreven”. Dit soort situaties stelt Peter voor veel vragen: “Hoe is dat toch mogelijk? Kunnen die jongeren hun verhaal misschien niet kwijt? Waar ligt dat aan?”. Ook hier constateert hij dat het vaak alleen maar leuk mag zijn: “Het moet een feestje zijn. Als je ergens mee zit, kun je het niet kwijt, dat lijkt me een stukje van het probleem. Zo kunnen ze naar mijn idee hun ervaring met gepest worden bijvoorbeeld ook niet kwijt”.
In het verlengde hiervan geeft Peter een klein college over social media. Het is naar zijn idee maar de vraag of social media die naam waard is. Het is naar zijn idee in de meeste gevallen immers geen communicatiemiddel. Want bij communicatie heb je altijd een tweeweg: een zender en een ontvangen, over en weer. Maar social media, dat is alleen maar zenden. Of alleen maar ontvangen. Dat is dus geen communicatie. En daardoor ontstaan volgens Peter veel misverstanden met soms heel veel verdriet tot gevolg. Bovendien zie je bij social media het non-verbale niet, je ziet niet hoe die ander reageert. Als je iemand spreekt en ziet, dan krijg je daar een gevoel bij en dat gevoel ontbreekt bij social media’. Daarom zouden volgens Peter veel problemen voorkomen of in elk geval verminderd kunnen worden wanneer mensen meer gevoel krijgen voor echte communicatie en voor het non-verbale. Tegenwoordig zien veel mensen (en ook jongeren) elkaar letterlijk en figuurlijk niet meer staan / zitten. “Is het dan gek dat mensen eenzaam worden?”, verzucht Peter.
Oog en oor hebben voor elkaar
Op de vraag naar wat voor het onderwijs van belang is, geeft Peter aan dat leren communiceren heel belangrijk is, verbaal en non-verbaal. Zeker ook over een taboegevoelig onderwerp als de dood. Zoals al aangegeven moet je leren om de beleving van anderen te respecteren. Niet zomaar accepteren, maar die ander daarover laten vertellen als ie wil. Wat de zin van het leven betreft is Peter terughoudend. Voor je het weet praat je iemand iets aan waar ie niet mee geholpen is. Belangrijker is het om begrip voor anderen te hebben, goed te luisteren zodat anderen zich gehoord weten. Dan krijg je vanzelf ook meer voor elkaar en kan een stukje nieuwe zin ontstaan.