02/11/2025
Twijfelen over leven en dood
Onlangs publiceerde Mette Palm een artikel van haar proefschrift wat zich richtte op mensen die al langdurig – soms jarenlang – met suïcidale gedachten leven. Over deze groep is nog maar weinig bekend. In de wetenschap ligt de nadruk vaak op acute suïcidaliteit (crisis), terwijl in de praktijk veel mensen blijven worstelen met een terugkerende of blijvende doodswens. Zowel cliënten als hulpverleners hebben vaak hun eigen ideeën over de oorzaken en wat er nodig is aan hulp, maar die ervaringskennis ontbreekt grotendeels in de literatuur.
Doel van het onderzoek
Het doel was om te begrijpen:
Welke oorzaken mensen zelf zien voor hun aanhoudende suïcidaliteit.
Welke behoeften zij hebben in hun leven en behandeling.
Er zijn semi-gestructureerde interviews gehouden met 12 mensen met langdurige suïcidale gedachten en 10 professionals (psychiaters, psychologen, geestelijk verzorgers, onderzoekers e.a.).
1. Belangrijkste bevindingen
Waargenomen oorzaken van aanhoudende suïcidaliteit
De oorzaken blijken complex en persoonlijk, maar er zijn duidelijke terugkerende thema’s:
(Vroege) traumatische ervaringen
Bijna alle deelnemers noemen een belaste jeugd als basis: misbruik, verwaarlozing, pesten, verlies van een ouder, of opgroeien in een onveilige omgeving. Hierdoor ontstond vaak een negatief zelfbeeld en een gevoel van niet gewenst zijn of “een last” te zijn.
Psychische stoornissen
De meeste deelnemers hadden psychische diagnoses, vooral complexe PTSS, depressie, borderline persoonlijkheidsstoornis, angststoornissen of autisme. Deze problematiek verergerde gevoelens van uitzichtloosheid.
De ‘functie’ van suïcidaliteit
Voor sommigen kreeg hun doodswens een bepaalde betekenis of functie. Het werd een manier om pijn te verdragen, controle te voelen of te ontsnappen aan ondraaglijke gevoelens. En paradoxaal genoeg soms ook een overlevingsstrategie: het idee dat “ik altijd nog uit het leven kan stappen” gaf rust en houvast.
Demoralisatie en mislukte behandeling
Veel mensen hadden al jaren hulp gehad zonder blijvend resultaat. Dat leidde tot wanhoop en behandelmoeheid. Ze voelden zich soms niet gehoord of juist ‘te moeilijk’. Sommigen durfden hun doodswens niet meer te delen, uit angst voor gedwongen opname of onbegrip van hulpverleners waardoor ze niet de hulp kregen die ze nodig hadden.
2. Behoeften van mensen met aanhoudende suïcidaliteit
De deelnemers benoemen verschillende behoeften op persoonlijk, therapeutisch en maatschappelijk niveau:
Acceptatie van suïcidale gedachten
Mensen willen ruimte voor deze gedachten in plaats van ze te moeten ‘wegmaken’. Ze willen dat hulpverleners én naasten deze realiteit erkennen zonder paniek of oordeel.
Eerlijk kunnen praten over doodswensen
Zowel met naasten als met therapeuten is het belangrijk dat ze er open over kunnen praten. Alleen al het delen van deze gedachten gaf velen een gevoel van opluchting, erkenning en verbinding.
Continuïteit en veiligheid in de zorgrelatie
Wisselingen van behandelaar of gebrek aan continuïteit werden als schadelijk ervaren. Er is behoefte aan een stabiele, betrouwbare therapeutische relatie, waarin ook overdracht en tegenoverdracht serieus worden genomen.
Zorg die verder kijkt dan protocollen
Veel deelnemers voelden zich niet echt gezien. Ze misten persoonlijk afgestemde zorg in plaats van de standaardprotocollen. Professionals gaven toe dat er nog veel onwetendheid en stigma bestaat rond aanhoudende suïcidaliteit en dat training hierin dringend nodig is.
Ruimte voor zingeving en alternatieve therapievormen Lichaamsgerichte therapie, spirituele begeleiding en gesprekken met ervaringsdeskundigen werden als helpend ervaren, omdat ze meer diepgang boden dan uitsluitend cognitieve therapie.
Bespreekbaarheid van euthanasie bij psychisch lijden Enkele deelnemers gaven aan dat het kennen van de mogelijkheid tot euthanasie juist rust gaf: het bood een gevoel van regie en veiligheid, ook zonder er gebruik van te willen maken. Sommige professionals vonden dat bij een weloverwogen, consistente doodswens deze bespreekbaarheid onderdeel moet kunnen zijn van zorg.
Maatschappelijke steun, gezinsbetrokkenheid en inclusie
Veel mensen met blijvende suïcidaliteit voelen zich uitgesloten of onbegrepen. Ze benadrukten de noodzaak van meer maatschappelijke erkenning en praktische steun, bijvoorbeeld bij werk, studie of financiële problemen. Het betrekken van familie of vrienden in therapie kon helpen gevoelens van “last zijn” te verminderen.
Conclusies
Aanhoudende suïcidaliteit is geen eendimensionaal symptoom, maar een complex geheel van trauma, psychische pijn, copingstrategieën en relationele ervaringen.
Hulp zou niet alleen gericht moeten zijn op herstel of genezing, maar ook op acceptatie, zingeving en het leren omgaan met de blijvende aanwezigheid van doodsgedachten.
Belangrijke aandachtspunten voor zorgprofessionals zijn:
Continuïteit van zorgrelaties.
Open gesprekken over suïcide zonder dwangmaatregelen.
Bewustzijn van overdracht en tegenoverdracht.
Meer aandacht voor psychisch lijden dat niet “op te lossen” is, en hoe daarmee om te gaan.
De auteurs pleiten voor een meer palliatieve benadering binnen de psychiatrie, waarin niet alleen “genezen” maar ook menselijk aanwezig zijn bij ondraaglijk psychisch lijden centraal staat.
Je vindt de link naar het onderzoek hier: https://www.frontiersin.org/journals/psychiatry/articles/10.3389/fpsyt.2025.1664180/full
Mette deed haar onderzoek samen met Elke Elzinga, PhD, Sisco van Veen, Els van Wijngaarden, Lizanne Schweren en Aartjan Beekman
Uitgevoerd door Psychiatry Amsterdam in samenwerking met 113 Zelfmoordpreventie. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door de NVVE, Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde.
BackgroundOne of the key issues in the current knowledge base on persistent or chronic suicidality is the discrepancy between the extensive experiential know...