03/12/2025
"Mijn lijf ontspande alsof het zich iets ouds herinnerde"
Op de massagetafel ligt nooit alleen een lichaam. Er ligt een heel leven.
We zijn zo gewend geraakt aan aanraking als luxe. Als ‘me-time’, verwenmoment,
cadeautje. Maar aanraking is oeroud. Dieper dan woorden. Wij mensen reguleren onszelf via huid-op-huidcontact sinds het moment dat we geboren worden. Zelfs eerder
al.
En toch… leren we af om echt aangeraakt te worden. We leren dat aanraking een bijzaak
is. Of een bedreiging. Of een s*ksuele uitnodiging. Of iets wat je alleen verdient als je eerst heel hard werkt.
Maar wat als aanraking in essentie een herinnering is? Een herinnering aan wie je was vóór de aanpassing. Voor de verharding. Voor het altijd maar doorgaan.
Ik weet nog precies wanneer mijn lijf voor het eerst voelde: hier mag ik zijn.
Ik lag stil. Onder zachte handen. In een ruimte waarin niets van me verwacht werd. Geen
presteren. Geen gesprek. Geen houding. Alleen maar aanwezigheid.
En ik voelde het ineens: mijn lijf ontspande alsof het zich iets herinnerde. Iets ouds. Iets
wat er altijd al was, maar wat onder lagen van dienstbaarheid en overleving lag begraven.
Er rolden tranen over mijn wangen zonder drama, zonder verhaal. Alsof mijn lichaam zei: “Eindelijk. Je bent terug.”
Sindsdien weet ik: aanraking is een taal. En in die taal wil ik vloeiend zijn. Voor mij. En voor jou.
Deze week lag een oud-client na 15 jaar weer op mijn tafel. Ze zei: "Wat ben jij enorm goed geworden. Die handen van jou zijn goud!"
Ze werd diep geraakt, had een zware tijd achter haar rug. In mijn werk raakt aanraking de laag die woorden nooit bereiken.
Mensen komen met klachten. Stijfheid. Pijn. Onrust. Een hoofd dat overloopt. Een hart dat zeer doet. Een ziel die zucht.
Maar wat ik ontmoet is vaak veel ouder dan die klacht. Ik ontmoet het kind dat te weinig
werd gezien. De puber die zichzelf beschermde met zijn stoerheid. De
volwassene die altijd klaarstaat voor anderen maar zichzelf niet meer voelt.
En onder mijn handen begint het systeem te reageren. Een diepe ademzucht. Een
plotselinge warmte. Een hand die zich opent. Een gespannen rug die zachter wordt.
Dat is het lijf zelf dat zich herinnert: “Ik mag ontvangen.”
Soms denk ik wel eens: we overschatten woorden. En we onderschatten het lichaam.
Ik zie het steeds weer: mensen die zichzelf kunnen analyseren tot in perfectie. Die
snappen waar hun gedrag vandaan komt. Die elk patroon, elke trigger cognitief kunnen
uitleggen.
Maar het lichaam leeft in een andere tijd. Het lichaam heelt in aanraking, in voelen, niet in uitleg.
En het is zo’n opluchting als je dat door hebt.
Als je stopt met proberen te begrijpen en begint met voelen. Als je beseft: ik hoef het niet te snappen om het los te laten. Als je voelt hoe veilig het is als iemand wél blijft. Bij jouw lijf. In jouw tempo.
Mijn werk is echt heilig. Omdat het lichaam heilig is. Niet zweverig heilig. Maar diep-aards. Eerlijk. Echt. Belichaamd.
Mijn sessies zijn voor terugkeer naar je lijf. Naar je adem. Naar je zachtheid. Naar wie je was voordat je jezelf kwijtraakte in het zorgen, het rennen, het overleven.