07/10/2025
Prachtig verhaal met moraal:
De vriendelijkheid van goedheid komt altijd bij je terug, vaak op onvoorspelbare manieren.
'Op een dag, midden in de herfst, waaide er een harde wind door het bos. Wolken bedekten de lucht en de bladeren dansten in een wilde wervelwind. Te midden van deze storm botste een kraai, die over de velden vloog, tegen de tak van een oude boom. Met een gedempt gekras viel hij op de grond – een van zijn vleugels hing slap.
De kraai probeerde op te staan, zijn veren te spreiden, maar een scherpe pijn schoot door zijn lichaam. Hij besefte dat hij het niet alleen kon. Dus hief hij zijn blik op naar de lucht, waar de vogels cirkelden, en kraste hoopvol:
— Help... Ik kan niet vliegen...
Een ekster vloog voorbij – hij zag de kraai en snoof alleen maar:
— Je was altijd trots, je vloog hoog en lachte ons uit. Vraag nu zelf om hulp.
Achter haar vlogen een merel, een putter en zelfs een gaai – allemaal keken ze weg, wierpen korte blikken vol minachting of onverschilligheid.
De kraai boog zijn kop. Alleen, hongerig en gewond, begon het zijn vertrouwen te verliezen.
Maar toen klonk er vanuit een nabijgelegen struik een dunne, tere stem:
"Ik zal je helpen, als je mijn geringe kracht niet vreest."
Het was een mus. Klein, onopvallend, grijs. Hij huppelde naast hem, met een kruimel droog brood in zijn snavel. Toen bracht hij een druppel water, een schuilplaats van droge bladeren, en maakte een nest bij de wortels van de boom.
"Waarom doe je dit?" vroeg de kraai zwakjes.
"Omdat je leeft. En omdat ik, als ik gevallen was, ook zou willen dat er niemand voorbij zou lopen."
Dagen verstreken. Aanvankelijk kon de kraai zich niet eens bewegen, maar de mus liet hem niet in de steek.
Ze deelde kruimels met hem, vertelde hem over het leven in het bos en verwarmde hem tijdens koude nachten. En toen de kraai zijn vleugels weer kon uitslaan, dacht hij niet meteen aan zichzelf, maar aan de kleine vriend die meer dan wie ook voor hem was geworden.
De lente kwam snel. Het bos was gevuld met licht en geluiden. Maar op een dag, terwijl de mus zaden aan het verzamelen was op de open plek, schoot er een havik uit de struiken. Het gebeurde allemaal in een oogwenk – de mus had niet eens tijd om te tjilpen.
Maar plotseling dook er een zwart silhouet uit de lucht. De kraai, sterk en majestueus, dook naar beneden en spreidde zijn vleugels zo hard dat de lucht floot. Hij botste tegen de havik en veegde hem weg.
"Je hebt me gered..." fluisterde de mus.
"Nee, jij hebt me als eerste gered," antwoordde de kraai. — En nu weet ik dat vriendelijkheid niet wordt afgemeten aan de grootte van een vleugel. En het hart... kan enorm zijn, zelfs in de kleinste borst.
🔴De moraal:
Veracht nooit degenen die zwakker zijn dan jij. Soms zijn het juist degenen die je als onbelangrijk beschouwde die je steun en toeverlaat worden. En vriendelijkheid die je geeft zonder er iets voor terug te verwachten, komt altijd terug – wanneer je het het minst verwacht, maar het het hardst nodig hebt.
--0--
Vertaald uit:
One day, in the middle of autumn, a strong wind blew through the forest. Clouds covered the sky, and the leaves danced in a wild whirlwind. In the midst of this storm, a crow flying over the fields collided with the branch of an old tree. With a muffled croak, it fell to the ground—one of its wings hanging limply.
The crow tried to rise, to spread its feathers, but a sharp pain shot through its body. It realized it couldn't do it alone. So it raised its gaze to the sky, where the birds were circling, and cawed hopefully:
— Help... I can't fly...
A magpie was flying by—it saw the crow and just snorted:
— You were always proud, you flew high and laughed at us. Now ask for help yourself.
Behind her flew a blackbird, a goldfinch, and even a jay—all looking away, casting brief glances filled either with contempt or indifference.
The crow lowered its head. Alone, hungry, and wounded, it began to lose faith.
But then, from some nearby bush, a thin, delicate voice was heard:
"I'll help you, if you don't fear my small strength."
It was a sparrow. Small, inconspicuous, gray. It hopped beside him, carrying a crumb of dry bread in its beak. Then it brought a drop of water, a shelter of dry leaves, and made a nest by the roots of the tree.
"Why are you doing this?" the crow asked weakly.
"Because you're alive. And because, if I had fallen, I too would like someone not to pass by."
Days passed. At first, the crow couldn't even move, but the sparrow didn't abandon it. She shared crumbs with him, told him about life in the forest, and warmed him on cold nights. And when the crow was able to spread his wing again, his first thought was not of himself, but of the little friend who had become more than anyone to him.
Spring came quickly. The forest was filled with light and sounds. But one day, as the sparrow was gathering seeds from the clearing, a hawk shot out of the bushes. It all happened in an instant—the sparrow didn't even have time to chirp.
But suddenly, a black silhouette swooped down from the sky. The crow, strong and majestic, swooped down, spreading its wings so hard that the air whistled. It crashed into the hawk and swept it away.
"You saved me..." the sparrow whispered.
"No, it was you who saved me first," the crow replied. — And now I know that kindness isn't measured by the size of a wing. And the heart… can be enormous even in the smallest chest.
🔴The moral:
Never despise those who are weaker than you. Sometimes, it's those you considered insignificant who become your support. And kindness given without expecting anything in return always comes back—when you least expect it, but need it most.