06/10/2025
Week van de palliatieve zorg: Leven tot het laatst.
Dag 3 De Bosatlas
door Erik van Zadelhof
O, o, o, o’ verzucht Els, ‘wat een machtig land is dat toch, Zweden. Wat had ik daar toch nog graag naar toe gegaan. Maar ja, gezien mijn situatie zal het daar nu wel niet meer van komen.’ Voor haar ligt de grote Bosatlas opengeslagen op de dubbele pagina Noord-Europa.
Na een lang en sociaal leven is Els op 86-jarige leeftijd in het hospice terecht gekomen. Zij doet zich daar kennen als een ware levenskunstenares. Ondanks het feit dat haar eigen leven er bijna op zit, is ze heel betrokken bij en geïnteresseerd in andere mensen. Ze leeft erg met iedereen mee en kan genieten van allerlei kleine dingen. En ze heeft vriendschap gesloten met verpleegkundige Carla.
Op een ochtend, als de verpleging Els wil gaan wassen, treft Carla Els aan in haar bed terwijl ze ligt te lezen in Nils Holgerssons wonderbare reis van de beroemde Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf. ‘Ach, wat leuk dat ik u nu dat mooie boek zie lezen’, zegt Carla, ‘zelf heb ik daar ook zo van genoten! En zal ik u eens wat zeggen: door dit boek ben ik mij erg gaan interesseren voor Zweden. Ik ben er al een paar keer geweest. Het is niet goedkoop, dus je moet wel sparen, maar het is er prachtig.’
Twee dagen later ligt er een Grote Bosatlas op een verrijdbaar bedtafeltje naast het bed van Els, die op haar verzoek door haar zoon is meegenomen. Zoals ze in alles geïnteresseerd is, wil ze – nu ze zich echt in het land van het boek gaat verdiepen – ook het naadje van de kous weten. Met haar vinger volgt ze op de kaart de reis van Nils in de richting van Lapland. En en passant werkt ze aan haar topografische kennis van Zweden. ‘Kijk, hier in het zuiden ligt Malmö. Dat ligt, gescheiden door de Sont, zo dicht bij Denemarken dat je er via een brug uit Kopenhagen naar toe kunt. Dan ligt Stockholm, de hoofdstad, toch al weer een flink stuk noordelijker dan ik dacht. Hoe groot zal dit land wel niet zijn van Zuid naar Noord? 2.000 kilometer of misschien wel 3.000? En kijk, zie je die typische vorm van de Oostzee tussen Zweden en Finland? Net een man die op zijn knieën zit te bidden, vind ik altijd’.
Van lieverlee – door het (her)lezen van het boek – ontwikkelen Carla en Els ook een eigen taaltje: het Neder-Zweeds, zoals ze dat noemen. Het is gewoon Nederlands, maar door alle o’s als een eu uit te spreken, klinkt het al gauw Scandinavisch: ‘Gödemörgen, uw voeten liggen helemaal blöt. Zal ik u eens lekker instöppen?’ En op een dag neemt Carla zelfs Zweedse gehaktballetjes van Ikea mee voor Els.
Els geniet er met volle teugen van maar na een paar maanden gaat ze onmiskenbaar achteruit. Vlak voordat ze overlijdt zegt Els tegen Carla: ‘Mijn tijd zit er öp. Ik ben dan misschien wel nooit echt in Zweden geweest, maar ben er de laatste tijd toch veel över te weten gekömen. Als ik nu nog eindexamen aardrijkskunde moest doen, zou ik er vast een høøg cijfer voor halen!’