31/10/2025
RSD; oftewel: ik doe het toch NOOIT goed!
Soms gaat het maar om één blik. Eén opmerking. Eén stilte.
En hup, het hoofd schiet aan: “zie je wel, ik doe het weer niet goed.”
Iemand zegt iets kleins: “dat had je beter even anders kunnen doen”, en hop, zó het verkeerde keelgat in.
Je wéét dat het niet zo bedoeld is, maar toch denk je: zie je wel, ik kan het ook nóóit goed doen. En dat kan zich dan direct weer uiten in verdriet, boosheid of angst.
In extreme mate soms.
Je bijt iemands hoofd eraf terwijl het eigenlijk maar een héél klein dingetje was.
Dat 'gevoel' heeft een naam: Rejection Sensitive Dysphoria, kortweg RSD.
Een afkorting voor iets dat pijnlijk gewoon voelt: de angst voor afwijzing of kritiek, én de heftige emotionele reactie die daarop volgt.
Mensen met (bijvoorbeeld… uiteraard kan je dit nog veel breder trekken!) AD(H)D groeien vaak op met véél meer ‘correcties’ dan complimenten en hebben daardoor RSD ‘ontwikkeld’.
“Let eens op.” “Kun je niet gewoon even stilzitten?” “Ben je dat nou wéér vergeten?” “Je bent zó slordig.” “Doe toch eens normaal.”
Kleine zinnetjes, vaak óók nog eens goed bedoeld, maar ze stapelen zich op.
En ook een blik, een zucht, een eyeroll of “Ik doe het zelf wel weer” doet hetzelfde.
Het gaat dag na dag, jaar na jaar door… zowel bewust als onbewust.
En ja, al deze dingen raken. Diep. En hard.
En ondertussen probeer je maar harder te werken, beter te plannen, slimmer te reageren.
Tot je op een gegeven moment zó gewend bent aan het gevoel “ik doe het niet goed genoeg”, dat één kuch, zucht, blik of stilte van een ander alweer voelt als bewijs.
Met uiteindelijk zelfs het idee: “ik BEN niet goed genoeg, ik doe er niet toe”.
RSD is niet alleen “snel geraakt zijn”. Het is diep verankerd en het laat zich op allerlei manieren zien.
Soms groot, soms subtiel, maar bijna altijd doodvermoeiend.
Het kan zich uiten in:
• Extreem perfectionisme: nooit tevreden, want het kan altijd beter.
• Continu zoeken naar goedkeuring: zie me, zeg dat het goed is.
• Liegen of dingen verzwijgen om fouten te verbergen; liever dat, dan weer falen.
• Je schuldig voelen of schamen over kleine dingen: “had ik dat nou écht zo moeten zeggen?”
• Een negatief zelfbeeld; wat je ook doet, het is nooit genoeg.
• Dingen vermijden, zelfs leuke dingen, uit angst voor afwijzing of kritiek.
• Lichamelijke spanning: een knoop in je maag, druk op je borst, hoofdpijn zonder duidelijke reden.
• Denken dat anderen je niet mogen; ze doen aardig, maar eigenlijk…
• En ja: de hele dag door sorry zeggen. Terwijl ze zo freakin hard je best doet met alles en je zéker niet met opzet dingen doet of de anders ‘iets aan wil doen’.
RSD gaat niet over zwakte of overgevoeligheid.
Het gaat over een brein dat geleerd heeft om zichzelf te beschermen door afwijzing vóór te zijn.
Dat kun je niet met één compliment repareren.
Maar je kunt het wel begrijpen.
En als je het begrijpt, kun je het langzaam anders gaan doen:
milder zijn naar jezelf,
leren dat kritiek niet gelijkstaat aan afwijzing,
oefenen met rust in je lijf,
en jezelf niet langer telkens opnieuw overtuigen dat je genoeg bent.
Wat kun je zelf (anders) doen?
Erkennen: het begint met écht zien: “Ik reageer heel heftig, het lijkt overdreven, maar hé… het is voor mij ook heftig nog. Ik ben aan het leren.”
Herkaderen:
– feedback of stilte is niet automatisch afwijzing
– iemand die weinig zegt of niet meteen reageert, wijst jou niet per se af
– weinig reactie betekent niet dat jij iets fout hebt gedaan
Emotie-regulatie: werken met rustmomenten, ademhaling, mindfulness of grounding (ja, jij ook).
Grenzen aangeven: leren zeggen: “Oké, ik merk dat dit me van binnen raakt, ik neem even pauze.” En nee zeggen als iets te veel voelt.
Therapie/coaching: met bijvoorbeeld cognitieve of acceptance-gerichte methodes kun je de automatische verhalen (“ik ben stom”, “ik hoor er niet bij”) uitdagen en zelfs herschrijven.
Context: vooral bij ADD/ADHD erg belangrijk: kijk naar hoe jouw waarden, omgeving en werk matchen, want je gevoeligheid kan ook een sterkte zijn (empathie, alertheid op sociale signalen), als je ‘m niet constant als schuldtraject ervaart.
En wéét: Er is niks mis met jou.
Je bent gewoon wat te vaak (en soms ook te hard) geraakt…
en dat mag eindelijk verzachten.
😊🙏