18/11/2023
3 jaar geleden schreef Mark deze column voor mij ter gelegenheid van acupunctuur week . Het is geschreven op een luchtige, oprechte en humoristiche manier. Een andere kijk op acupunctuur..
Intussen is de week van de acupunctuur net voorbij en is mijn vrije dag net begonnen. Veel plezier met lezen.
Mark Schalekamp
Een al te best imago heeft het nog steeds niet, die acupunctuur. Veel mensen hebben dezelfde angst als waarmee werd gespeeld in een bekende tv-commercial, Even Apeldoorn bellen, van een jaar of 15 geleden: man ligt op massagetafel, er steken zeker 100 naalden uit zijn lichaam. Dan breekt brand uit en blijkt behandelkamer ergens op een derde verdieping. Gordijn open, raam open, beneden staat de brandweer klaar die menselijke egel op te vangen in een zeil. Springt-ie of niet? Einde commercial.
Je moet wel licht wanhopig zijn je te laten beprikken, toch? Zo slecht was ik er kennelijk aan toe, ergens halverwege jaren ’90. Net student af was mijn grootste klacht dat ik te weinig energie had. Op tijd naar bed gaan, minder drinken, gezonder eten waren goeie medicijnen geweest, maar ik belandde na de dokter, nog een dokter, een bloedtest of twee, ten einde raad bij een acupuncturist.
Ze hield praktijk in het souterrain van haar huis aan de Amsterdamse Keizersgracht. Chinees was ze niet, misschien tot mijn teleurstelling of achterdocht: het voelde een beetje als een Finse pizzabakker. Kan niet kloppen. Voormalig huisarts was ze, die zeker niet meteen en lukraak naalden ging zetten. Eerst moest ik zitten en praten, met een kop thee, groen uiteraard. ‘Oh, te weinig energie,’ zei ze. ‘Zou je niet eens op tijd naar bed, minder drinken en gezonder eten?’ Ik kreeg in de gaten dat de reden van mijn komst, mijn klacht, niet erg sterk overkwam. Maar prikken deed ze.
En ik weet nog heel goed wat het met me deed. Hoe ik in een staat belandde tussen waak en slaap, dat ik de vreemdste droombeelden voor me zag, dat het me enorm ontspande. Het voelde, klinkt misschien gek, als een innerlijke do**he. Terwijl ik daar lag te liggen, lag te spacen, was de acupunctuurmevrouw ergens in huis bezig. Deed ze een verdieping hoger de afwas, haar administratie, hoorde ik hoe ze haar thuiskomend zoontje op zijn kop gaf. Goeie business dacht ik nog, als ik even bij was: je zet wat naaldjes, steekt af en toe je kop om de hoek om te zien of de patiënt nog leeft en hebt weer een uur of anderhalf geld verdiend.
Maar het hielp me wel, ik werd met de behandeling rustiger en tegelijk energieker. Heb nooit begrepen hoe dat kwam - dat is Chinese magie. Natuurlijk heb ik de afgelopen jaren gehoord over meridianen, Qi-energie en energiewinden, maar dat blijft vaag voor een domme Hollander. Want wat valt er nou te voelen aan een pols? En wat valt er nou in Hemelsnaam te lezen op de tong die ik altijd ver moet uitsteken, behalve dat ik net voor mijn afspraak dropjes heb gegeten?
Na de mevrouw aan de Keizersgracht volgden nog andere. Eentje op de Prinsengracht, een lieve Chinese man. En in Rotterdam een Surinaamse, die altijd goeie soul draaide tijdens de sessie, niet die quasispirituele meuk. En eentje uit Polen, zeer toegewijd & kundig. Zij hielp me af van een hopeloze rugblessure met een geheimzinnige mix van cups, Chinese kruiden, massage en naalden. Mooi volk, die acupuncturisten, uit alle hoeken van de wereld. Al is er een keer eentje geweest die per ongeluk een naaldje had laten zitten, die viste ik later die dag alsnog uit mijn kuit. Maar gelukkig hoefde ik toen niet uit een brandend huis te springen.