20/11/2025
“Ik ben verliefd geworden op iemand anders…”
Hij zegt het terwijl hij nog niet eens goed zit. Zijn stem breekt halverwege de zin, alsof het uitspreken van die woorden pas echt maakt wat hij probeert te begrijpen. 42 jaar, vijftien jaar getrouwd. “Mijn vrouw is een goed mens,” zegt hij, “maar ik voel niks meer. En bij haar, die ander… voel ik alles.”
De stilte die volgt is zwaar maar nodig. Verliefd worden op iemand anders is zelden zomaar een toeval. Vaak is het een signaal dat er iets in jezelf gehoord wil worden, iets dat al te lang onuitgesproken bleef. Hij kijkt naar de grond terwijl hij vertelt over de sleur, over hoe de gesprekken met zijn vrouw steeds oppervlakkiger werden. Over hoe ze vooral praatten over de kinderen, over werk, over praktische dingen, maar niet meer over hén. “Ik mis iets,” zegt hij zacht. “Misschien mis ik mezelf.”
Ik vraag hem wat deze verliefdheid hem eigenlijk wil vertellen. Wat raakt deze ander in hem aan? Wat verlangt hij dat er in zijn relatie verdwenen is? En wie was hij, voordat de stilte tussen hen begon te groeien? De vragen lijken in hem te landen, langzaam maar diep. Hij kijkt op en zegt: “Ze ziet me weer. Alsof ik er mag zijn.”
Langzaam ontstaat er duidelijkheid. Niet over wie hij moet kiezen, maar over wat hij nodig heeft. Hij ontdekt dat deze verliefdheid niet alleen over die ander gaat, maar over het gemis van levendigheid, van aandacht, van verbinding. Over de wens om zichzelf weer te voelen, niet alleen als partner of vader, maar als man, als mens.
We praten over eerlijkheid niet alleen tegenover zijn vrouw, maar ook tegenover zichzelf. Over wat het vraagt om stil te staan bij je gevoelens, ook als ze ongemakkelijk zijn. Over hoe moed niet altijd betekent dat je een grote stap zet, maar soms gewoon dat je durft te kijken naar wat er écht speelt.
Hij zucht, de spanning in zijn schouders zakt iets. “Ik weet wat me te doen staat,” zegt hij uiteindelijk. Hij kijkt me recht aan, zijn ogen rustiger dan toen hij binnenkwam.
“Ik ga met mijn vrouw praten…”