MestAnalyse

11/06/2025

08/04/2025

Begin van de avond werd dit pakketje mest gebracht, in een koeltasje, handig bedacht door de eigenaar van deze paarden.
De uitslag van deze mestonderzoeken is inmiddels ook al bekend 📋✅

01/04/2025

Goed nieuws! We zijn de eerste in Nederland die dit introduceren… de Mest Ophaal Service! 🥳
Een milieu vriendelijke ophaaldienst, met de postduif 🕊️

10/03/2025

Het eerste mestonderzoek van het jaar gebeurt in maart, voordat de paarden en pony’s het land opgaan.

Waarom maart? In de lente, wanneer de temperaturen stijgen, worden parasieten vaak actiever en kunnen ze zich sneller verspreiden, vooral via het gras. Door het mestonderzoek in maart te doen, kun je tijdig bepalen of er een parasitaire belasting is die aangepakt moet worden, die zich in de winter of het vroege voorjaar hebben opgebouwd.

27/02/2025

Spoelwormen (Parascaris equorum)

Een zeer gevaarlijke bedreiging voor paarden.
Spoelwormen komen voornamelijk voor bij jonge paarden en veulens. De vrouwtjes leggen tot 200.000 eitjes per dag. Een spoelworminfectie kan zeer schadelijk zijn. De eitjes kunnen tot wel 10 jaar buiten het paard overleven en door hun sterke eiwitmantel zijn ze beschermd tegen temperaturen en droogte. De besmetting gebeurt niet alleen op de wei of paddock maar ook op stal gezien ze zelfs tegen schoonmaakmiddelen kunnen.
Het grote verschil met andere wormen is dat de spoelworm zelf infecties kan overbrengen en is geen larvenstadia. Het eitje bevat een opgerolde L2 larve.

Wanneer er één spoelwormeitje is gevonden tijdens het mestonderzoek wordt direct geadviseerd om te ontwormen. Zo voorkom je verdere besmetting. Er is al veel resistentie bekend voor ivermectine en moxidectine. Behandel daarom met pyrantel of fenbendazol!

Wanneer er ontworming met pyrantel wordt gegeven, worden naast de spoelwormen ook aarswormen en 1 van de 3 soorten lintwormen gedood. Kleine bloedwormen zijn vaak resistent. Deze werkzame stof geeft directe verlamming aan spoelwormen waardoor er kans is op verstopping in de darm (koliek).

Wanneer wordt gekozen voor fenbendazol is het goed om te weten dat kleine bloedwormen vaak resistent zijn voor deze werkzame stof. Geeft slappe verlamming waardoor de spoelwormen één voor één dood gaan, kans op verstopping in de darm is kleiner.

De spoelworm kan tot wel 50 cm worden.

Soort analyse: Standaard- of Flotac methode

Deze mestanalyse is geschikt voor spoelworm, bloedworm, lintworm* en veulenworm.

20/02/2025

Horzellarven
Paardenhorzel - Gasterophilus spp.

De horzellarve heeft een trage cyclus van ongeveer 1 jaar. Dus als een paard dit jaar horzeleitjes binnen heeft gekregen, komen deze in het voorjaar met de mest mee naar buiten en ontwikkelen zich tot horzel.

Vrouwelijke horzels leggen hun gele eitjes op de benen, flanken en manen van het paard. Het vrouwtje kan wel 1000 eitjes leggen. Vervolgens likt het paard de eitjes op en komen de larven uit in de mondholte, waar ze het mondslijmvlies binnen dringen. Na enkele weken verplaatsen de larven zich naar de maag en haken zich daar vast aan de maagwand, ze blijven daar gedurende de winter. In het late voorjaar, maken de larven zich los van de maagwand en verlaten met de mest het lichaam. Daar kruipen de larven vanuit de mest in de aarde en na een aantal vervellingen verschijnt de volwassen vlieg en begint de cyclus opnieuw.

Via mestonderzoek is de horzellarve niet vindbaar omdat de horzel de eitjes aan de buitenkant van het paard legt. Hierdoor adviseren we om altijd 1x per jaar preventief te ontwormen, na de eerste nachtvorst. Zodat de cyclus is onderbroken. Door de nachtvorst sterven de horzel-vliegen en is het risico op herbesmetting, na behandeling van het paard, niet mogelijk.

Symptomen
Besmette paarden kunnen hier erg ziek van worden. De klachten zijn ontsteking bij mond, tong en aan de maag (maagzweren), verminderde eetlust met als gevolg vermagering en sloomheid. Ook bloedarmoede, dunne ontlasting en in ergste geval koliek kunnen een gevolg zijn bij een zware besmetting.

12/02/2025

Mestonderzoek in de winter?

Vaak word er aangegeven dat het geen nut heeft om mestonderzoek in de winter te doen omdat de ‘wormen’ in winterslaap zouden zijn en daarom een ‘vals’ negatieve uitslag ontstaat. Maar klopt dit eigenlijk wel?

Alleen de larven van de rode bloedworm hebben de specialiteit om zich in te kunnen kapselen. De andere maagdarmwormen hebben deze eigenschap niet. De aanwezige vrouwtjes van de maagdarmwormen (ook van de rode bloedworm!) leggen dus gewoon eitjes in de winter.

We zien de laatste jaren dat de paarden langer op de weide blijven en in combinatie met de warme winters blijven de weides langer infectieus. Hierdoor zien we in Nederland dat de infectiedruk nog erg hoog ligt.

Frequent mestonderzoek zorgt dan ook voor een goede controle op het wormmanagement, daarom adviseren wij elke 2,5 a 3 maanden een controle moment dmv mestonderzoek.
Op deze manier kun je de maagdarmwormen goed monitoren en ben je er op tijd bij mocht er een wormbesmetting aanwezig zijn.

30/01/2025

Vandaag stonden weer een mooi aantal mestonderzoeken op de planning 💩🍀

30/01/2025

Voor veel paarden en pony’s is het weideseizoen alweer bijna afgelopen. Om te weten waar je paard dit najaar en de winter aan toe is voeren we nog één laatste mestonderzoek uit.

Q: Heb jij al een laatste mestonderzoek gedaan?

30/01/2025

Grote- en kleine bloedworm (Strongylus)

Eitjes van de grote en kleine bloedwormen komen met de mest op de wei en binnen enkele dagen kruipt de larve uit het ei.

Tijdens het grazen neemt het paard deze infectieuze larve op. Ná opname vindt de verdere ontwikkeling van larve tot volwassen worm plaats. De ontwikkeling binnen het paard verloopt bij grote en kleine bloedwormen verschillend.

Na een ontwikkelingsperiode van minimaal 6 weken, in zowel het darmslijmvlies als de darminhoud, vinden we volwassen ei leggende wormen in de darmen. Larven kunnen ook enkele maanden rondkruipen in de darmwand. Omdat ze zich steeds verplaatsen kan de darmwand ontstoken raken. Dit geldt met name bij jonge paarden.

Volwassen wormen communiceren met de larven in de darmwand. Zolang er voldoende volwassen wormen, die eieren leggen, in de darmholte zijn blijven de larven voorlopig in de darmwand. De larven stoppen dan met rondkruipen. Het afweersysteem van het paard heeft dan eindelijk de kans om de larven in te kapselen. De larven kunnen zo tot 3 jaar ingekapseld blijven zitten, wachtend om zich tot volwassen worm te ontwikkelen. Als er een signaal komt dat er geen of onvoldoende volwassen wormen meer zijn, gaat een aantal larven vanuit de darmwand naar het darmholte. Daar ontwikkelen ze binnen een korte periode tot volwassen worm en gaan eieren leggen.

Na ontworming gebeurt het dat ingekapselde larven massaal wegtrekken. Hierdoor kunnen larven gedeeltes van het dikke darm slijmvlies kapot maken en kan er koliek ontstaan.

Wormmiddelen met Ivermectine en moxidectine zijn de eerste keus bij besmettingen met bloedwormen. Moxidectine doodt ook een deel van de ingekapselde kleine bloedworm larven. Andere wormmiddelen zijn niet actief tegen de ingekapselde stadia.

Najaarsontworming kun je doen rond januari of na de eerste nachtvorst met een combi-preparaat tegen lintwormen (Pramox). Hiermee ontworm je niet alleen tegen de lintworm, maar ook tegen de horzellarf en ingekapselde bloedworm. Ook voorkom je de terugkeer van de grote bloedworm, deze heeft een levenscyclus van 7 maanden en wordt zo doorbroken.

Soort analyse: Standaard- of Flotac methode

30/01/2025

Foto: Lintworm segment

Lintwormen (Anoplocephala perfoliata)

Een paard kan besmet raken met 3 soorten lintwormen, waarvan Anaplocephala perfoliata de meest voorkomende is. Deze lintworm is 2,5 tot 8 cm lang en leeft rond de overgang van de dunne naar de dikke darm.
Waar tot voor kort gedacht werd dat lintwormen relatief ongevaarlijke parasieten voor paarden en pony’s was hebben recente onderzoeken echter aangetoond dat lintworminfecties koliek en verteringsstoornissen kunnen veroorzaken.

Een paard met een matige tot hoge lintworminfectie loopt tot 15 keer meer risico op lintworm gerelateerde koliek dan een onbesmet paard.
 
Uit onderzoek is gebleken dat paarden in Nederland een grote kans hebben op een lintwormbesmetting. Lintwormen worden verspreid via de mosmijt. De mosmijt komt niet alleen voor in weidegras, maar ook in stro, hooi en kuilgras! Daardoor kunnen paarden zonder weidegang ook met lintwormen besmet raken. De meeste infecties vinden plaats in de loop van de zomer en in de herfst. Oude vervilte weides zijn een risicofactor, omdat hier veel mijtjes in leven.

Helaas is een lintwormbesmetting vaak onzichtbaar. Vele verschijnselen waaraan normaal een wormbesmetting kan worden herkend, zijn bij een lintworminfectie vaak afwezig. Het is ook zeer moeilijk om via de mest een lintwormbesmetting aan te tonen.

Tegenwoordig kan er via speeksel en bloed wel worden aangetoond of er antistoffen worden aangemaakt tegen lintwormen.

Lintwormbesmettingen worden slechts bij toeval aangetoond met mestonderzoek omdat de lintworm zijn eipakketjes onregelmatig uitscheidt. Wanneer één wormeitje gevonden wordt, is ontwormen noodzakelijk.

Soort analyse: Aanvullend onderzoek